Kabinet eist goed sociaal plan van Philip Morris

Philip Morris moet de noodzakelijke maatregelen treffen die nodig zijn om nieuw werk te vinden voor de ontslagen werknemers. Het kabinet zal daar actief op toezien, schrijft minister van Economische Zaken Henk Kamp (VVD) woensdag in een brief aan de Tweede Kamer over de sluiting van de sigarettenfabriek in Bergen op Zoom.

"De eerste en belangrijkste zorg van de overheid betreft nu de mensen die hun baan verliezen", schrijft Kamp. "Voor de werknemers is een goed sociaal plan van groot belang." Op het terrein van Philip Morris wordt nu een mobiliteitscentrum ingericht, dat wordt gefinancierd door de fabrikant.

Daarnaast bezien de gemeente Bergen op Zoom, de provincie Noord-Brabant en het rijk de gevolgen van de sluiting van de fabriek voor de lange termijn. De regio kent relatief weinig werkloosheid. De provincie wil met behulp van een strategische werkgroep de uitgangspositie van het gebied verder versterken.

Kamp herhaalt verder dat het besluit om de fabriek te sluiten is ingegeven door bedrijfseconomische afwegingen. De fabriek produceerde vooral voor de Europese en Japanse markt en kampte met dalende sigarettenverkopen. In Europa ging het om twintig procent. De dalende vraag heeft geleid tot overproductie in de Europese fabrieken en Philip Morris acht het 'onwaarschijnlijk' dat de vraag zich herstelt.

Het besluit heeft niets te maken met het Nederlandse vestigingsklimaat of de Nederlandse regelgeving, aldus Kamp. Over de afspraken tussen het bedrijf en de Belastingdienst komt staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes (VVD) met een aparte brief. Onder meer GroenLinks eist opheldering over berichten dat Philip Morris vanwege fiscale voordelen in Nederland gevestigd blijft, ofschoon de fabriek wordt gesloten.

De sluiting van de fabriek werd vorige week wereldkundig gemaakt. Ruim 1200 mensen verliezen hierdoor hun baan.