Bisschop Gijsen betastte minderjarige jongens
De vorig jaar overleden oud-bisschop van Roermond Jo Gijsen heeft tussen 1958 en 1961 twee minderjarige jongens onzedelijk betast. De klachtencommissie van het Meldpunt Seksueel Misbruik van de rooms-katholieke kerk heeft twee klachten daarover gegrond verklaard. Dat bevestigt het bisdom in Roermond na berichtgeving hierover van het Katholiek Nieuwsblad vrijdag.
Gijsen heeft de geslachtsdelen van twee jongens betast. Een slachtoffer is een oud-leerling van een jongenspensionaat in Kerkrade, het andere was een jongen uit de parochie in Valkenburg, waar Gijsen tot 1959 kapelaan was. Het tweede slachtoffer zou ook zijn gedwongen tot orale seks. Bovendien zou hij verkracht zijn. De klachtencommissie zegt daar geen bewijs voor te hebben.
De huidige bisschop van Roermond, Frans Wiertz, betreurt het misbruik en het leed dat de slachtoffers is aangedaan, zegt hij in een verklaring. Hij zegt dat 'de latere kerkelijke positie en voorbeeldfunctie' van Gijsen beschadigd zijn. Wiertz heeft de slachtoffers zijn excuses aangeboden.
Gijsen lag tijdens zijn leven al onder vuur voor mogelijk seksueel misbruik. Eind 2011 oordeelde de klachtencommissie dat de voormalig bisschop zich schuldig had gemaakt aan het begluren van een kostschooljongen. Die klacht werd echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat gluren niet onder de definitie valt van seksueel misbruik.
De oud-bisschop overleed in juni op 80-jarige leeftijd. Behalve bisschop in Roermond was hij ook tien jaar bisschop van het bisdom Reykjavik in IJsland. Gijsen is voor zover bekend de tweede bisschop die in opspraak is gekomen vanwege ontucht. De in 2003 overleden Jan ter Schure, oud-bisschop van Den Bosch, zou zich als jonge priester hebben vergrepen aan een minderjarige internaatsleerling.
De Koepel Landelijk Overleg Kerkelijk Kindermisbruik (Klokk) sprak vrijdagavond in Nieuwsuur van een 'grote verrassing'. Een woordvoerder vindt het belangrijk dat er nu duidelijkheid is omdat de slachtoffers nooit zijn geloofd. "Ik weet dat de klagers heel lang hebben gewacht op de uitspraak. Nu is eindelijk de dag aangebroken dat ze kunnen zeggen dat er erkenning is voor iets wat hen al zo lang dwarszit."
