Nabestaanden koelen woede op ambassade Maleisië

Nabestaanden van Chinese passagiers die bij de ramp met de verdwenen Boeing 777 van Malaysia Airlines zijn omgekomen hebben dinsdag hun woede gekoeld op de ambassade van Maleisië in Beijing. Ze bekogelden het gebouw met plastic waterflessen, probeerden de poort te openen en riepen 'Leugenaars!'.

De Maleisische regering maakte maandag bekend dat vlucht MH370 in het zuiden van de Indische Oceaan moet zijn gestort en dat er geen hoop is dat iemand het heeft overleefd. Het toestel verdween nadat het op 8 maart uit Kuala Lumpur was vertrokken voor een vlucht naar Beijing. Honderddrieënvijftig van de 239 inzittenden waren Chinezen.

De Chinese regering heeft Maleisië om nadere informatie gevraagd. Zij wil dat Maleisië inzage geeft in de satellietgegevens waaruit is afgeleid dat het vliegtuig in de oceaan is gestort.

Het zoeken naar mogelijke brokstukken van de Boeing is dinsdag opgeschort. Vliegtuigen en schepen doorzochten een gebied 2500 vierkante kilometer ten zuidwesten van Australië waar drijvende voorwerpen in zee zijn gezien die mogelijk van het toestel afkomstig zijn. Dichte bewolking, zware regenval en hoge golven maakten verder zoeken dinsdag onmogelijk.