FOK!toen: Crosby, Stills, Nash & Young - Déjà Vu (1970)

Vandaag richten we het vizier op misschien wel het allermooiste hippiealbum dat ooit werd uitgebracht. Het is vandaag namelijk precies 44 jaar geleden dat het epische album Déjà Vu van de supergroep Crosby, Stills, Nash & Young in de platenwinkels verscheen. Een album dat, net als Pink Floyd's Dark Side of the Moon en Mike Oldfield's Tubular Bells tot de mijlpalen in de muziekgeschiedenis van de zeventiger jaren mag worden gerekend. Een mooie reden om eens in FOK!toen een blik te werpen op dit meesterwerk.

Crosby, Stills, Nash & Young - D?j? Vu
Crosby, Stills, Nash & Young - Déjà Vu

De vroege jaren
Voor het ontstaan van de supergroep Crosby, Stills, Nash & Young moeten we terug naar 1966. Het was namelijk in dat jaar dat Neil Young (gitaar), Stephen Stills (gitaar), (gitaar), Bruce Palmer (bas) en Dewey Martin (drums) de band Buffalo Springfield oprichten. De groep zou vooral bekend worden door hun hit 'For What it’s Worth', maar bij het optreden op het beroemde Monterey Pop Festival in juni 1967 had Young de band weer verlaten en was vervangen door Doug Hastings (The Daily Flash) en gastmuzikant David Crosby (The Byrds).

Graham Nash had ondertussen zijn groep The Hollies verlaten en was naar de Verenigde Staten vertrokken. Begin 1968 ging The Buffalo Springfield uit elkaar en zat Stephen Stills zonder band. Stills en Nash besloten om als duo verder te gaan en namen samen met Jefferson Airplane's Paul Kantner een vroege versie op van 'Wooden Ships'. In juli 1968 zijn Stephen Stills, David Crosby en Graham Nash te gast op een feestje van Joni Mitchell. Het was op dit feestje dat het trio haar allereerste optreden doet, waarbij het liedje 'You Don't Have To Cry' van Stills veel indruk zou maken op de aanwezige gasten door de hemelse samenzang.

Crosby, Stills & Nash
Crosby, Stills & Nash

Crosby, Stills & Nash
Nadat het trio afgewezen was bij een auditie voor Apple Records kregen Crosby, Stills & Nash een contract aangeboden door Ahmet Ertegün van Atlantic Records. Het trio had ondertussen geschikte managers gevonden in de persoon van Elliot Roberts en David Geffen. Roberts zorgde dat de ego's niet teveel botsten terwijl alle zakelijke afhandelingen door Geffen werden afgehandeld.

Toen bekend werd dat de drie mannen een nieuwe groep zouden beginnen was er meteen al een probleem. Nash was contractueel nog verbonden aan Epic Records, de Noord-Amerikaanse ditributeur van de platen van The Hollies. Geffen maakte echter een mooie deal met Epic. In ruil voor Ritchie Furay's band Poco mocht Nash vanaf dat moment zijn muziek uitbrengen bij het Atlantic label.

In juni 1968 gaan Crosby, Stills & Nash met drummer Dallas Taylor naar Wally Heider's Studio in Los Angeles om daar in een kleine tien maanden tijd het titelloze debuutalbum op te nemen. Op 29 mei 1969 verscheen het baanbrekende album Crosby, Stills & Nash dat een grote inspiratiebron zou vormen voor veel singer-songwriters uit het begin van de zeventiger jaren. Met hun combinatie van folk, country, rock en melodieuze popmuziek met maatschappijbetrokken teksten waren Crosby, Stills & Nash eveneens een groot voorbeeld voor artiesten zoals The Eagles, Jackson Browne, Fleetwood Mac en vele anderen.

Zowel 'Marrakesh Express' als 'Suite: Judy Blue Eyes' worden op single uitgebracht. In Nederland staat de laatstgenoemde single in januari 1969 op de 30e plaats in de Top 40, maar is een week later alweer uit de lijst verdwenen.

Crosby, Stills, Nash & Young - D?j? Vu (Franse persing)
Crosby, Stills, Nash & Young - Déjà Vu (Franse persing)

Neil Young
Na het succes van het debuutalbum werd er van de groep verwacht dat ze ook optredens gingen verzorgen. Het probleem was echter dat Stephen Stills het leeuwendeel van de instrumenten had ingespeeld en zodoende moest men op zoek naar bandleden voor de band om deze nummers ook live te kunnen vertolken. De groep ging in eerste instantie op zoek naar een toetsenist en hadden Steve Winwood gevraagd of hij interesse had. Winwood was echter druk met zijn band Blind Faith die net was opgericht. Platenbaas Ahmet Ertegün vroeg zich af of Neil Young, die hij nog kende van Buffalo Springfield, geen interesse had om zich bij de groep te voegen.

Nadat de muzikanten elkaar een aantal keren hadden ontmoet werd besloten dat de groep werd uitgebreid met de Canadees. Young liet echter wel weten dat hij muziek wilde blijven maken met zijn nieuwe begeleidingsband Crazy Horse. Daarnaast werd de groep uitgebreid met bassist Bruce Palmer, die eerder al met Neil Young in het bandje Munah Birds (met Rick 'Superfreak' James op zang!) en met Young en Stills in de groep Buffalo Springfield gespeeld. Palmer had alleen de slechte eigenschap om met enige regelmaat door de politie opgepakt te worden met drugs en het duurde dan ook niet lang voordat hij weer uit de band was verdwenen en opgevolgd werd door de 19-jarige Motown-bassist Greg Reeves.

Crosby, Stills, Nash & Young - Woodstock
Crosby, Stills, Nash & Young - Woodstock

Woodstock
Op 17 augustus 1969 doen Crosby, Stills, Nash & Young hun allereerste optreden in het Auditorium Theater in Chicago, met Joni Mitchell als voorprogramma. Tijdens dat optreden sprak de band al over een volgend optreden dat plaats zou vinden in een dorpje genaamd Woodstock, maar geen van de bandleden had ook maar een idee wat hun te wachten stond. Bij het optreden in Chicago opende het kwartet met 'Suite: Judy Blue Eyes' om daarna af te sluiten met een indrukwekkende cover van The Beatles' 'Blackbird'.

Crosby, Stills, Nash & Young - Our House
Crosby, Stills, Nash & Young - Our House

Een dag later kregen Crosby, Stills, Nash & Young hun echte vuurdoop toen ze om 3 uur 's nachts een tweetal sets mochten spelen voor een publiek van zo'n 500.000 hippies op het legendarische Woodstock Festival. De eerste akoestische set werd gespeeld door Crosby, Stills & Nash, gevolgd door een electrische set van Crosby, Stills, Nash & Young. Daarna werd de set door het viertal afgesloten met een toegift, waarbij twee akoestische nummers werden gespeeld. Crosby, Stills, Nash & Young zouden nadien ook optreden op het roemruchte Altamont Festival en op het Big Sur Folk Festival, maar bij het grote publiek zou de groep vooral naam maken door het optreden op Woodstock. Kijk hieronder voor de volledige setlijst van dat concert:

Akoestische Set
'Suite: Judy Blue Eyes'
'Blackbird'
'Helplessly Hoping'
'Guinnevere'
'Marrakesh Express'
'4 + 20'
'Mr. Soul'
'Wonderin''
'You Don't Have to Cry'

Electrische Set
'Pre-Road Downs'
'Long Time Gone'
'Bluebird'
'Sea of Madness'
'Wooden Ships'

Akoestische toegift
'Find the Cost of Freedom'
'49 Bye-Byes'

Crosby, Stills, Nash & Young - D?j? Vu (Tsjechoslowaakse persing)
Crosby, Stills, Nash & Young - Déjà Vu (Tsjechoslowaakse persing)

Déjà Vu
Vanaf juli 1969 waren Crosby, Stills, Nash & Young samen met Dallas Taylor en Greg Reeves in Wally Heider's Studio in Los Angeles begonnen aan de opnames voor hun eerste album. Stephen Stills zou later berekenen in hoeveel uur het album Déjà Vu tot stand was gekomen en kwam op zo'n 800 uur studiotijd uit. Ook waren er gastbijdrages van Jerry Garcia op pedal steel in 'Teach Your Children' en John Sebastian op mondharmonica in het titelnummer.

Op 11 maart 1970 lag de plaat voor het eerst in de betere platenwinkels. Déjà Vu ging als warme broodjes over de toonbank en zo ongeveer elke vijftigplusser met een voorliefde voor populaire muziek heeft dit epische album in zijn platencollectie gehad. Van het album werden vier nummers op single uitgebracht: 'Woodstock' (maart 1970), 'Teach Your Children' (mei 1970), 'Our House' (september 1970) en 'Carry On' (november 1970). In de Verenigde Staten gingen tussen 1970 en 2012 zo'n 7 miljoen exemplaren van Déjà Vu over de toonbank. Daarmee behaalde het album zevenmaal de platina status.

Het album

Kant A

Kant A:
A1 Carry On 4:25
A2 Teach Your Children 2:53
A3 Almost Cut My Hair 4:25
A4 Helpless 3:30
A5 Woodstock 3:52

Kant B

Kant B:
B1 Déjà Vu 4:10
B2 Our House 2:59
B3 4 + 20 1:55
B4 Country Girl 5:05
B5 Everybody I Love You 2:20