'Districten zouden CDA helft zetels hebben gekost'

Als de Tweede Kamer in 2012 zou zijn gekozen met het districtenstelsel dat CDA-leider Sybrand Buma zaterdag voorstelde, zou zijn partij niet verder zijn gekomen dan zeven zetels. Dat blijkt uit een doorrekening van het systeem door Simon Otjes, onderzoeker van de Rijksuniversiteit Groningen, op het weblog Stuk Rood Vlees. De christendemocraten hebben nu dertien zetels.

Buma pleitte zaterdag in de Volkskrant - behalve voor een gekozen burgemeester - ook voor de invoering van een districtenstelsel. Van de 150 Kamerleden zouden er 75 landelijk moeten worden gekozen en 75 in kiesdistricten. Daarmee wil de CDA-leider de band met de kiezers versterken.

Otjes, verbonden aan het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen, heeft zo'n stelsel eens doorgerekend. Hij stelde de 75 districten op door de ruim vierhonderd Nederlandse gemeenten in ongeveer even grote gebieden te verdelen. Daarbij hield hij rekening met provincie- en gemeentegrenzen.

Alle 75 districten zouden naar de VVD en de PvdA zijn gegaan. De liberalen zouden daarbij in totaal zijn uitgekomen op 61 zetels, terwijl de sociaaldemocraten van de PvdA 55 zetels zouden krijgen. In de huidige Kamer hebben de partijen respectievelijk 41 en 39 zetels.

De VVD zou het goed doen in districten in landelijke gebieden en forenzensteden. De PvdA zou goed scoren in het noorden, de grote steden in de Randstad en Brabant, het Limburgse mijnengebied, langs de IJssel en in grote delen van Overijssel. In die gebieden houdt het CDA kiezers bij de VVD weg.

Bij de verkiezingen in 2002, na de moord op Pim Fortuyn, zou het CDA wel een klapper hebben gemaakt met het door Buma voorgestelde districtenstelsel. Omdat het CDA toen veel groter was dan zijn concurrenten zou het zestig van de 75 districtenzetels hebben gehaald. Gecombineerd met 22 landelijke zetels zou de partij 82 zetels hebben, een absolute meerderheid. In werkelijkheid werd het CDA toen de grootste partij met 43 zetels.

Otjes heranalyse van de veriezingsuitslag van 2012 gaat niet helemaal op, merkt de wetenschapper zelf op. "Het kiesgedrag van mensen is anders als het kiesstelsel anders is."