'Toelating Fyra op spoor verliep volgens regels'

De toelating voor de Fyra V250-treinstellen op het spoor is volgens de regels verlopen. Er zijn weliswaar verbeteringen mogelijk, maar dat zou geen gevolgen hebben gehad voor de kwaliteit van de voor de 'hogesnelheidstrein' afgegeven vergunning. Wel biedt de wet- en regelgeving 'in veel mindere mate waarborgen' voor de betrouwbaarheid van de voertuigen.

Dat blijkt uit een onafhankelijk onderzoek naar de vergunningverlening, die staatssecretaris van Infrastructuur Wilma Mansveld (PvdA) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

"Het onderzoeksteam constateert dat de trein aan alle veiligheidseisen van de vergunning voldoet", schrijft de bewindsvrouw. Zij liet het onderzoek uitvoeren op verzoek van de Tweede Kamer. Die vroeg zich af hoe het mogelijk was dat een trein met zo veel gebreken kon worden toegelaten tot het spoor. De spaghettiboemels werden binnen een maand na toelating alweer van het spoor afgehaald.

Mansveld is het met de onderzoekers eens dat de betrouwbaarheid van het materieel in mindere mate is geborgd in de wet- en regelgeving. Dat wordt in grote mate in Brussel geregeld, en voor de lidstaten is er weinig ruimte om zelf aanvullende eisen te stellen. "Het is niet geoorloofd op nationaal niveau nadere eisen te stellen aan de materieeltoelating ten aanzien van betrouwbaarheid." Een nieuwe Europese richtlijn hierover is nog niet ingevoerd.

De onderzoekers hebben ook kritiek op Mansvelds ministerie en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Zo heeft de inspectie geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om alle betrokken partijen zelf actief te stimuleren om hun veiligheidsbeheerssystemen continu op orde te houden. En het ministerie heeft zelf geen toezicht gehouden op de betrouwbaarheid van het openbaar vervoer.

Mansveld belooft in haar brief op beide punten beterschap.