'Roemeense invasie blijft uit'

De verwachte invasie van arbeidsmigranten uit Roemenië en Bulgarije blijft uit. Wel trekt de stroom Roemenen en Bulgaren de komende maanden nog wat aan. Dat verwacht hoogleraar sociologie Godfried Engbersen van de Erasmus Universiteit.

In de eerste twee weken van 2014 hebben enkele tientallen migranten een Burger Service Nummer (BSN) aangevraagd om in Nederland te mogen werken. Het gaat om 42 Roemenen en vijftig Bulgaren, blijkt uit cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het aantal Polen dat zich heeft gemeld is ter vergelijking met 622 een stuk hoger. In totaal meldden zich 1156 mensen uit 37 verschillende landen.

Bulgaren en Roemenen hebben sinds 1 januari geen vergunning meer nodig om in Nederland te komen werken. Vooraf vreesden veel mensen een 'vloedgolf' aan gelukszoekers maar dat is volgens Engbersen uit de lucht gegrepen.

"Het gaat allemaal meevallen. Ten eerste is Bulgarije een klein land en zijn veel Roemenen al lang vertrokken. In Nederland is daarnaast een afnemende vraag aan arbeidskrachten uit Oost-Europa door de economische recessie", aldus Engbersen. Alternatieven zoals Duitsland, Scandinavië en Turkije zijn volgens hem aantrekkelijker omdat hier de economie weer wat aantrekt.

Verder is het volgens Engbersen lastig voor Roemenen en Bulgaren om naar Nederland te komen omdat hier nog relatief weinig gevestigde groepen zitten in tegenstelling tot bijvoorbeeld migranten uit Polen. "Je zult een maatje nodig moeten hebben voordat je vertrekt", stelt hij. Ook gaat het in bepaalde regio's van Bulgarije en Roemenië beter met de economie. Daardoor vertrekken mensen minder snel.

De Roemeense minister van arbeid Mariana Campeanu voorspelde in september al dat er hooguit enkele duizenden Roemenen zullen komen. Van de komst van tienduizenden Roemenen zal zeker geen sprake zijn, zo verwachtte ze.

De angst voor de komst van Bulgaren en Roemenen is vooral het gevolg van de economische onzekerheid. "Mensen zijn bang om hun baan kwijt te raken en zien arbeidsmigratie als een bedreiging", zegt Engbersen daarover. Van baanverdringing door migranten is echter nauwelijks sprake. Alleen in de transport- en bouwsector is dat volgens de hoogleraar in beperkte mate het geval.

Uit recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat Nederlanders veel nadelen aan de komst van Bulgaren en Roemenen zien. Zo vinden twee op de drie mensen dat er te veel migranten uit Oost-Europa komen. Bijna de helft van de bevolking vreest dat criminaliteit en overlast toenemen.

Donderdagavond spreekt de Tweede Kamer over de komst van Roemenen en Bulgaren. Dat is niet voor het eerst. Een minderheid van de Tweede Kamer heeft er bij herhaling voor gepleit de arbeidsmarkt langer dicht te houden, in strijd met de Europese afspraken. Minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA) wilde daar echter niet aan.

Wel luidde Asscher afgelopen zomer de noodklok over de toestroom van werknemers uit Oost-Europa. Sindsdien ijvert hij in EU-verband voor meer aandacht voor de schaduwzijden van het vrije verkeer van personen. Ook laat hij onderzoek doen naar de mate waarin verdringing op de arbeidsmarkt zich voordoet.