Commissie Europarlement kraakt NSA-praktijken

De rapporteur van de commissie voor burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken van het Europees Parlement (LIBE), de Britse sociaaldemocraat Claude Moraes, laat geen spaan heel van de inlichtingenvergaring door de Amerikaanse geheime dienst NSA. In een woensdag vrijgegeven ontwerpverslag spreekt hij van een ernstige schending van fundamentele burgerrechten. Ook EU-lidstaten die met de Amerikanen samenwerkten, krijgen een veeg uit de pan.

De commissie roept op tot een verbod op massale inlichtingenvergaring door de VS en de EU. Twee verdragen tussen de VS en de EU, Safe Harbour, dat de bescherming van persoonsgegevens moet waarborgen, en TFTP, voor de tracering van financiële steun aan terroristen, moeten worden opgeschort totdat Brussel duidelijke afspraken heeft gemaakt met Washington over het gebruik van gegevens van EU-ingezetenen, adviseert zij.

LIBE heeft uitvoerig onderzoek verricht naar het NSA-schandaal en tussen september en december tal van deskundigen gehoord. In het voorlopige rapport wordt gesteld dat internationale verdragen, Europese richtlijnen, Amerikaanse wetgeving en nationaal toezicht ernstig tekortschieten bij de controle op massale gegevensverzameling en het waarborgen van democratische waarden.

De NSA zamelde met behulp van diverse programma's, waaronder het PRISM-programma, op grote schaal persoonsgegevens in. Daarbij werd dikwijls samengewerkt met Europese inlichtingendiensten, zoals het Britse GCHQ. In sommige gevallen werd in strijd met de wet gehandeld, stelt Moraes.

Ondanks de bewering van staten dat de programma's essentieel zijn in de strijd tegen terreur mogen zij nooit gebruikt worden voor geheime, massale en soms zelfs illegale verzameling van persoonsgegevens, aldus het rapport. De commissie plaatst haar vraagtekens bij de wettigheid en noodzakelijkheid van dergelijke programma's.

Verder wordt betwijfeld of dit soort gegevensverzameling slechts gedreven wordt door de strijd tegen terreur. De commissie vermoedt sterk dat er ook politieke en economische motieven zijn.

Het rapport veroordeelt 'in de krachtigste bewoordingen' de massale, systematische en geheime verzameling van persoonlijke gegevens van burgers en spreekt van een ernstige inbreuk in de fundamentele burgerrechten. Privacy is geen luxerecht, benadrukt Moraes, maar het fundament onder een vrije en democratische samenleving.

Dit soort inlichtingenprogramma's heeft volgens LIBE ernstige gevolgen voor de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Bovendien kan de vergaarde informatie misbruikt worden voor politieke doeleinden.

De privacyschending van burgers is niet alleen een zaak van nationale overheden, aldus het rapport. Omdat de privacy van alle EU-ingezetenen in het gedrang is, evenals de veiligheid en betrouwbaarheid van communicatienetwerken binnen de Unie, loopt ook de autonomie en soevereiniteit van de EU gevaar, denkt Moraes. De kwestie moet volgens hem dan ook op EU-niveau besproken worden.

De commissie roept lidstaten op - in het bijzonder Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk, Zweden en Nederland - hun wetgeving te herzien en de activiteiten van hun inlichtingendiensten tegen het licht te houden. Die moeten in lijn worden gebracht met de Europese Conventie voor de Mensenrechten en voldoen aan fundamentele rechten op het gebied van gegevensbescherming, privacy en de onschuldpresumptie.

In het rapport is een lijst opgenomen met personen die deelname aan de openbare hoorzittingen van LIBE weigerden. Daarop prijken de namen van minister van binnenlandse zaken Ronald Plasterk, minister van justitie Ivo Opstelten, voorzitter van de vaste Kamercommissie voor binnenlandse zaken Magda Berndsen-Jansen en Rob Bertholee, directeur van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD).