Kabinet wil goed cultuuronderwijs

Ieder kind moet goed cultuuronderwijs krijgen. Om dat mogelijk te maken wordt maandagochtend een intentieverklaring getekend door een groot aantal betrokken partijen. Het is voor het eerst dat het belang van goede cultuureducatie zo breed wordt erkend. Culturele instellingen, gemeenten en scholen kunnen op basis daarvan concrete afspraken maken.

In het 'bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs' staat de gezamenlijke ambitie voor het cultuuronderwijs van rijk, gemeenten, provincies en schoolbesturen voor de komende tien jaar beschreven. Tot de ondertekenaars behoren minister van Cultuur Jet Bussemaker (PvdA), staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker (VVD), PO-raad-voorzitter Rinda den Besten en veel bestuurders van gemeenten en provincies.

"Cultuuronderwijs heeft alles te maken met wat je op school leert: goed leren lezen, schrijven en rekenen", lichten Bussemaker en Dekker toe in een verklaring. "Wie literatuur leest, ontwikkelt zijn woordenschat, voor wie een museum bezoekt, wordt geschiedenis zichtbaar, tastbaar en voelbaar."

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gaat proberen schoolbesturen en schoolleiders enthousiast te maken en ervoor te zorgen dat leraren kunnen worden bijgeschoold. De cultuurkaart voor het voortgezet onderwijs en het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) blijven behouden.

De PO-raad, de koepel voor primair onderwijs, roept zijn achterban op mee te doen met de lokale afspraken. Het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst en het Fonds voor Cultuurparticipatie gaan de uitvoering daarvan ondersteunen. "School is meer dan taal en rekenen, cultuureducatie hoort daarbij", zegt voorzitter van de PO-Raad Rinda den Besten. "Dit kader geeft scholen de mogelijkheid om daar invulling aan te geven, zodat de leerlingen maximaal tot hun recht komen en zich breed kunnen ontwikkelen."

In een aantal gemeenten hebben scholen en culturele instellingen al afspraken gemaakt. Zo werken in Den Haag negentien erfgoedinstellingen mee aan museumlessen in het basisonderwijs. Eindhoven, Helmond, Tilburg en Den Bosch ontwikkelden samen 'de Culturele Ladenkast' en in Leiden werken twaalf musea samen waardoor basisschoolleerlingen in die plaats elk jaar minstens één museum bezoeken.

In Enschede heeft de gemeente een samenwerkingsovereenkomst getekend met alle basisscholenbesturen en de grote culturele instellingen. En in Amsterdam heeft de gemeente afspraken gemaakt met schoolbesturen over wekelijks twee tot drie uur cultuuronderwijs voor de kinderen in groep 1 tot en met 8. Het gaat om een uur muziekles en een uur beeldende vorming of cultureel erfgoed. Het derde uur vullen de basisscholen zelf in met bijvoorbeeld theater of dans.