Linkse hogeropgeleiden willen jagen

De jacht neemt onder inwoners van de grote steden snel in populariteit toe. Met name linkse hogeropgeleiden melden zich volgens de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV) de laatste tijd steeds vaker bij jachtclubs aan.

De nieuwe jagers laten hun traditionele bezwaren tegen het afschieten van dieren in toenemende mate varen, meent de jachtvereniging. Zo nam het aantal Amsterdamse jachtliefhebbers sinds 2005 met de helft toe. "Vooral hoger opgeleiden willen weten waar hun voedsel vandaan komt", stelt zegsvrouw Janneke Eigeman tegenover Het Parool. Ze zouden zijn geïnteresseerd in voedselvoorziening dichtbij huis, een uit de VS overgewaaide trend. Clubs groeien niettemin voorzichtig vanwege de schaarse jachtgrond.

De jagersverenigingen leiden hun stadse leden geduldig op zodat ze hun nieuwe manier om de natuur lief te hebben verantwoord kunnen beoefenen. Het behalen van de verplichte jachtakte is volgens de clubs geen fluitje van een cent. Jagersvereniging Amstelland zegt dat leerlingen alle eendensoorten moeten kunnen herkennen, op de grond en in volle vlucht. Een behoorlijke jager mikt namelijk enkel op wilde eenden, het uit de lucht schieten van beschermde soorten als de krakeend kan immers tot opschudding leiden.

In de Randstad lopen de cursussen van de Stichting Jachtopleidingen Nederland steeds sneller vol. De leerlingen zijn vaak mannen van in de veertig. Minder dan een op de tien jagers is vrouw, aldus opleidingshoofd Alice Schimmel, maar naar verluidt willen ook steeds meer vrouwen hun jagersinstinct de ruimte geven.

Die ruimte willen een aantal linkse partijen overigens niet geven, te weten de PvdA, GroenLinks en de Partij voor de Dieren (en D66 maar zij zijn niet links). Ze steunen een initiatiefnota om een eind te maken aan de vrije jacht op de wilde eend, fazant, patrijs, houtduif, haas en het konijn. De nota noemt dit 'plezierjacht', maar volgens de KNJV gaat het niet om plezier maar het instandhouden van diergezondheid en diversiteit.