FOK!toen: De Neurenberg processen

Voor de FOK!toen van vandaag gaan we 68 jaar terug in de tijd. Het was namelijk op 20 november 1945 dat in Neurenberg de processen begonnen tegen 24 van de belangrijkste kopstukken uit het naziregime tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het Proces van Neurenberg werd geleid door rechters uit de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.

Uit Het Kompas van 15 september 1945
Uit Het Kompas van 15 september 1945

Met een ferme klap van zijn hamer opende de Britse rechter Sir Geoffrey Lawrence op 20 november 1945 de eerste dag van de historische rechtszaak. Hierbij werd hij geflankeerd door de Amerikaan Francis A. Biddle, de Fransman Henri Donnedieu de Vabres en de Rus Iona T. Nikitsjenko in generaalsuniform. Bij het proces in Neurenberg stonden niet alleen personen terecht, ook werd er gekeken naar organisaties die een kwalijke rol hadden gespeeld in oorlogstijd. Het gerecht bepaalde dat de rijksregering geen organisatie was en ook dat de generale staf van het Duitse leger, het oppercommando en de SA niet als crimineel zouden worden berecht. Het leidinggevende korps van de nazi partij, de Gestapo, de SD en de SS werden daartegen wel crimineel verklaard.

De organisaties

De leiderskorps van de nazi partij
Deze bestond uit alle mensen die lid waren van de partij. De nazi partij was de grote drijfveer achter de miljoenen doden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast was de nazi partij de opdrachtgever voor het bouwen van concentratiekampen en het deporteren van miljoenen joden en tegenstanders van het regime.

De Gestapo
Gestapo was de Duitse afkorting voor Geheimes Staats Polizeiamt. De Duitse geheime politie werd in april 1933 opgericht door Herman Wilhelm Göring, met als taak de vervolging en het onschadelijk maken van vijanden van het nationaal-socialisme. De Gestapo kwam voort uit de Pruisische Geheime Staatspolitie. Vanaf 1934 werd de Gestapo overgenomen door Heinrich Himmler. De geheime politie hield zowel in Duitsland als in de door Duitsland bezette gebieden meedogenloos huis.

De SD
De SicherheitsDienst was een nationaal-socialistische inlichtingen- en spionageorganisatie. De organisatie werd door Heinrich Himmler opgericht als inlichtingendienst van de SS. In bezette gebieden hield de SD zich bezig met het deporteren van joden, maar hun voornaamste taak was het opsporen en uitschakelen van tegenstanders van het regime.

De SS
De Schutz Staffeln was de militaire tak van de Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiderspartij en was in 1924  opgericht om de leiders van de partij te beschermen. Leden van de SS waren te herkennen aan hun zwarte uniformen met de bekende twee-sig-runen die, naast het hakenkruis, het symbool van de partij vormden. De SS werd pas echt bekend toen ze in 1934 de SA onschadelijk maakten. De taak van de SS werd vanaf dat moment behoorlijk uitgebreid. De SS moest de veiligheid van de partij en de nationaal-socialistische staat verzekeren. Ook kreeg de organisatie meer invloed op de minister van Buitenlandse Zaken.

SS leden zagen zichzelf als een soort van elite. Zij waren tenslotte uitdragers van de nationaal-socialistische ideologie en geloofden heilig in het 'superieure Arische ras'. Nog voor de oorlog uitgebroken was had de SS ook al afdelingen met een puur militaire taak, de Waffen-SS. In oorlogstijd bestond de SS grotendeels uit vrijwilligers wat meteen ook verklaart waarom de organisatie één van de meest fanatieke volgers van het nationaal-socialistische gedachtengoed was. De SS was berucht vanwege haar gruwelijke wreedheden die begaan werden in concentratiekampen en bij zuiveringsacties achter het front.

In Nederland werd op 15 september 1940 de Nederlandse SS opgericht door Anton Mussert. De organisatie zou later haar naam veranderen in Germaansche SS in de Nederlanden. Al deze organisaties werden aangeklaagd en schuldig bevonden aan schending van de mensenrechten, verbreken van de vrede en het beginnen van een oorlog. Iedereen die lid was van één van deze organisaties (of lid wilde worden van één van deze organisaties) en die wist dat ze zich schuldig maakten aan één van deze zaken werd aangeklaagd.

Uit De Waarheid van 21 november 1945
Uit De Waarheid van 21 november 1945

De aanklachten

In totaal waren er 24 personen en 6 groepen en organisaties die aangeklaagd werden wegens oorlogsmisdaden. Bij de aanklachten keek men naar de onderstaande punten:

1: Verschwörung; Dit punt ging op voor de personen die als leider, organisator, aanstichter of medeplichtige hadden meegewerkt aan de uitwerking of het uitvoeren van een gemeenschappelijk plan of samenzwering, die tegen de vrede was, tegen het oorlogsrecht en tegen de mensheid.

2: Verbrechen gegen den Frieden; Onder dit punt rekende men iedereen die er aan meegewerkt had dat het economische Duitsland was veranderd in een tot de tanden bewapend militaristisch Duitsland. Ondanks dat ze wisten dat ze een oorlog met Frankrijk en Engeland zouden uitlokken, vielen ze toch Polen en een aantal andere landen zoals Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, Luxemburg, Nederland, België, Noorwegen, Denemarken Griekenland en Joegoslavië aan. Ook vielen ze de Sovjet-Unie binnen en vochten ze, samen met Japan en Italië, tegen de Amerikaanse soldaten.

3: Kriegsverbrechen; het meest uitgebreide punt van de aanklacht:
a) Onder dit onderdeel viel het uitmoorden en de mishandelen van de bevolking van bezette gebieden. Hieronder vielen het doodschieten, het ophangen, het vergassen, uithongeren, het overmatig bij elkaar proppen van mensen, vastketenen en kluisteren, ondervoeding, het systematisch laten overwerken, onvoldoende hygiëne, doodslaan, pijnigen en het uitvoeren van experimenten. Ook de massamoorden van bepaalde rassen of nationaliteit vielen onder punt 3a.
b) De personen die verantwoordelijk waren voor het deporteren en het per trein vervoeren van mensen naar concentratiekampen of naar bezette gebieden voor slavenarbeid. Veel van de mensen zouden tijdens de transporten al om het leven komen.
c) Het mishandelen en vermoorden van krijgsgevangenen, op manieren zoals bij punt a wordt omschreven.
d) Personen die in door de Duitsers bezette gebieden grote groepen mensen in gijzeling namen om ze daarna te vermoorden.
e) Het plunderen van openbare en privé eigendommen. Hieronder viel ook het verhinderen van de aanvoer van levensmiddelen waardoor een hongersnood ontstond met de nodige slachtoffers.
f) Het innen van financiële boetes.
g) Verwoesting van dorpen en steden zonder noodzakelijke reden.
h) Het dwangmatig rekruteren van burgerarbeiders en hen dus ook verplicht stellen voor of in Duitsland te werken.
i) Bevolking dwingen om met de vijand een eed van trouw tot stand te brengen. Dit goldt voornamelijk voor de inwoners van Lotharingen en de Elzas.
j) Het germaniseren van bezette gebieden.

4: Verbrechen gegen die Menschlichkeit; Punt 4 was een vervolgpunt van punt 3. Punt 4 bevatte twee onderdelen, namelijk: het vermoorden van, uitroeiing, tot slavernij brengen, deporteren en andere onmenselijke handelingen tegen de burgerbevolking van voor of tijdens de oorlog. Alsook de vervolging op grond van politieke, racistische en religieuze redenen. Behalve het uitroeien van Joden werden er namelijk ook misdrijven op afzonderlijke personen gepleegd.

De aangeklaagden

Bij de aanvang van de processen van Neurenberg was er een viertal kopstukken die niet (meer) aangeklaagd konden worden. Zo had de Duitse führer en opperbevelhebber van de Wehrmacht Adolf Hitler zelfmoord gepleegd voor het proces was begonnen. Ook Heinrich Himmler, leider van de SS en Gestapo en minister van propaganda Joseph Goebbels ontkwamen aan vervolging door zichzelf van het leven te beroven. Adolf Eichmann werd gevangen genomen door de Amerikanen maar wist te ontsnappen en vluchte in 1950 naar Argentinië. Tien jaar later werd hij door agenten van de Mossad en Sjien Beet, de Israëlische geheime diensten, ontvoerd en naar Israël gebracht. Daar werd hij in 1961 ter dood veroordeeld en een jaar later ter dood gebracht. De volgende kopstukken stonden wel terecht:

Hermann Göring
Goering
Hermann Göring was de eerste die werd aangeklaagd. Göring was leider van de SA, generaal van de SS, president van de Duitse politie en chef van de Duitse geheime staatspolitie. Daarnaast was Göring ook politiek actief, als leider van de rijksdag, minister van binnenlandse zaken en president van de ministerraad van rijksverdediging. Göring stond bekend als een zeer trouwe volgeling van Hitler en werd op alle vier de punten aangeklaagd.

Rudolf Hess
Hess
Ook Rudolf Hess werd op alle vier de punten aangeklaagd. Hess was van 1921 tot 1945 rijksminister zonder portefeuille, lid van de rijksdag en lid van de ministerraad voor rijksverdediging. Ook was hij generaal van de SS en de SA.

Joachim von Ribbentrop
Von Ribbentrop
Van 1932 tot 1945 was Von Ribbentrop lid van de rijksdag, vertegenwoordiger van de NSDAP, ambasadeur in Londen en generaal van de SS. Von Ribbentrop was Hitler's adviseur op het gebied van buitenlandse politiek en werd ook op alle punten aangeklaagd.

Robert Ley
Ley was van 1932 tot 1945 rijksleider en organisatorisch leider van de NSDAP. Ley was ook leider van het
Duitse arbeiders front Generaal van de SA en werd aangeklaagd op de punten 1, 3 en 4.

Wilhelm Keitel
Keitel
Keitel was van 1932 tot 1945 chef van het opperbevel van de Duitse weermacht en veldmaarschalk van het Duitse leger. Ook Keitel kwam in aanmerking voor alle vier de aanklachtpunten.

Ernst Kaltenbrunner
Kaltenbrunner
Generaal van de SS, Rijksdaglid, generaal van de politie, Staatssecretaris van veiligheid in Oostenrijk en chef van de politie, politiepresident van Wenen, Zuid en Noord Oostenrijk. Werd aangeklaagd voor punt 1, 3 en 4.

Alfred Rosenberg
Rosenberg
Rijksleider van de NSDAP voor wereldaanschouwing en buitenlandse politiek. Ook was hij lid van de rijksdag. Rosenberg werd voor alle punten aangeklaagd.

Hans Frank
Frank
Generaal van de SS. Frank was de generaal-gouverneur van bezet Polen en was rechtstreeks betrokken bij de massamoord van Poolse Joden. Ook Frank werd aangeklaagd voor de punten 1, 3 en 4.

Wilhelm Frick
Frick
Frick was generaal van de SS, lid van de rijksdag. Duitse minister van binnenlandse zaken, generaal en volmachtige van de regering. Frick werd op alle punten aangeklaagd.

Julius Streicher
Streicher
Julius Streicher was lid van de rijksdag, generaal van de SA en redacteur bij het antisemitische blad Der Stürmer. Streicher werd aangeklaagd voor de punten 1 en 4.

Walther Funk
Funk
Funk was lid van de rijksdag, perschef van de rijksregering, staatssecretaris in het rijksministerie van rijksvoorlichting en propaganda. Hij was ook rijksminister van economische zaken, president van de Rijksbank en lid van de ministerraad voor rijksverdediging. Ook was Funk economisch adviseur van Hitler. Funk werd op alle punten aangeklaagd.

Halmar Schacht
Schacht
Halmar Schacht was lid van de rijksdag, minister van economische zaken en president van de rijksbank van Duitsland. Halmar werd aangeklaagd op de punten 1 en 2.

Karl Dönitz
Doenitz
Dönitz was opperbevelhebber van de Duitse vloot. Daarnaast was hij Hitler's raadgever en zijn opvolger als hoofd van de Duitse regering. Karl Dönitz werd aangeklaagd op de punten 1, 2 en 3.

Erich Raeder
Raeder
Erich Raeder was van 1932 tot 1945 opperbevelhebber van de Duitse gevechtsmarine, Generaal-admiraal en
opperbevelhebber van de vloot. Rader werd eveneens aangeklaagd voor de punten 1, 2 en 3.

Baldur von Schirach
Von Schirach
Von Schirach was leider van de Hitler-Jugend, rijksleider in de NSDAP en burgemeester van Wenen. Von Schirach werd aangeklaagd voor punt 1 en 4.

Fritz Sauckel
Sauckel
Fritz Sauckel was burgemeester van Thüringen, generaal van de SS en SA en leider van de sociale dienst voor gastarbeiders (samen met Ley). Sauckel werd op alle punten aangeklaagd.

Alfred Jodl
Jodl
Kolonel, chef van de afdeling operaties van de weermacht. Jodl was ook hoofdmajoor van de staf van het leger en werd op alle punten aangeklaagd.

Franz von Papen

Von Papen
Von Papen was rijkskanselier, tweede kanselier en speciale volmachtige van het gebied de Saar. Von Papen was de onderhandelaar die met het Vaticaan om te tafel ging om een overeenkomst tussen de beide partijen tot stand te brengen. Ook was hij ambassadeur van Wenen en Turkije. Franz von Papen werd aangeklaagd op de punten 1 en 2.

Arthur Seyß-Inquart
Seyss-Inquart
Seyß-Inquart was generaal van de SS, bondskanselier van Oostenrijk, minister van binnenlandse zaken en minister van veiligheid in Oostenrijk. In Nederland was hij rijkscommissaris. Seyß-Inquart werd op alle punten aangeklaagd.

Albert Speer
Speer
Speer was een Duits architect en politicus en een van de machtigste mannen van het Derde Rijk. Speer werd wel de 'architect van het Derde Rijk' genoemd. De rijksminister voor bewapening en munitie werd op alle punten aangeklaagd.

Konstantin von Neurath
Von Neurath
Konstantin von Neurath was een Duits diplomaat en politicus, lid van de rijksdag, generaal van de SS, rijksminister van buitenlandse zaken en rijksbeschermer voor Bohemen en Moravië. Von Neurath werd op alle punten aangeklaagd.

Hans Fritzsche
Fritzsche
Fritzsche was rijksminister van propaganda. Van 1933 tot 1945 was Fritzsche hoofdredacteur van de officiële Duitse nieuwsbureaus. Fritzsche werd aangeklaagd met de punten 1, 3 en 4.

Gustav Krupp von Bohlen und Halbach
Gustav Krupp, zoals de man meestal werd aangesproken, was een Duits militair industrieel. Krupp was lid van de hoogste economische raad, president van de rijksvereniging van de Duitse industrie en leider van de groep voor kolen, ijzer en metaalproducten onder het rijksministerie van economie. Krupp werd ook aangeklaagd op alle punten.

De uitspraak

Uit De Tijd van 1 oktober 1946 2
Uit De Tijd van 1 oktober 1946

Het proces begon op 20 november 1945 en tot 1 oktober 1946 duren. De gedaagden werden berecht wegens misdaden tegen de vrede, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Er werden verschillende straffen uitgedeeld aan de veroordeelden. De straffen waren dood door ophanging of gevangenisstraf, het aantal jaren wisselde van 10 jaar tot levenslang.

Het merendeel van de aangeklaagden kreeg de doodstraf. Hermann Wilhelm Göring, Joachim von Ribbentrop, Wilhelm Keitel, Ernst Kaltenbrunner, Alfred Rosenburg, Hans Frank, Wilhelm Frick, Julius Streicher, Fritz Sauckel, Alfred Jodl, Arthur Seyß-Inquart en Martin Bormann vonden allen de dood aan de galg.

Rudolf Heß, Walter Funk en Erich Raeder verdwenen levenslang achter de tralies, Baldur von Schirach en Albert Speer kregen moesten 20 jaar de bak in, Constatin von Neurath kreeg 15 jaar gevangenisstraf en Karl Dönitz mocht 10 jaar brommen. Hans Fritzsche en Hjalmar Schacht werden vrijgeproken en Franz von Papen werd vanwege zijn slechte gezondheid niet vervolgd. Robert Ley pleegde zelfmoord tijdens het proces.

Op 16 oktober 1946 werden de hiertoe veroordeelden, met uitzondering van Herman Göring, ter dood gebracht in Neurenberg. Göring had eerder die dag al zelfmoord gepleegd in zijn cel. De vonnissen werden voltrokken door sergeant John C. Woods. Nadat Seyss-Inquart als laatste was opgehangen werden de lichamen naar het crematorium van het Ostfriedhof in München gebracht en daar verbrand. De as werd vervolgens verstrooid over de Isar.

Uit De Tijd van 1 oktober 1946
Uit De Tijd van 1 oktober 1946

In de navolgende processen van het Proces van Neurenberg zouden in totaal 185 personen aangeklaagd worden. Hiervan werden er 177 voor het gerecht gesleept. Ook bij deze processen, die werden gehouden voor Amerikaanse militaire rechtbanken, werden de meesten veroordeeld tot de doodstraf of gevangenisstraf, varierende van 18 maanden tot levenslang.