Kerry: inlichtingendiensten gingen soms te ver

De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken John Kerry heeft donderdag toegegeven dat zijn land soms is doorgeschoten in het afluisteren van leiders van andere landen. Het afluisteren gebeurde in veel gevallen 'op de automatische piloot omdat de technologie ervoor aanwezig was', zei Kerry volgens de Britse krant The Guardian via een videoverbinding tot een conferentie in Londen.

Kerry beloofde dat de spionagepraktijken grondig zullen worden bekeken en dat aan sommige daarvan een eind zal komen.

De Verenigde Staten zijn diplomatiek in verlegenheid gebracht door de recente onthulling dat de inlichtingendienst NSA ook de mobiele telefoon van bondskanselier Angela Merkel afluisterde. Om de schade te beperken heeft de regering de afgelopen dagen geprobeerd enige afstand te nemen tot de NSA. De directeur van de dienst, generaal Keith Alexander, is daar weer geïrriteerd over en stelt dat het juist Amerikaanse diplomaten zijn die vragen om buitenlandse leiders te bespioneren.

"Wij, de inlichtingendiensten, verzinnen die verzoeken niet. Daar komen de beleidsmakers mee", zei Alexander in een verhitte discussie met de vroegere Amerikaanse ambassadeur in Roemenië, James Carew Rosapepe. "Een van die groepen waren, laat mij even nadenken, o: ambassadeurs , voegde hij eraan toe.

Alexander zei dat de NSA informatie verzamelde wanneer beleidsmakers vroegen de 'intenties' van leiders van andere landen te achterhalen.