'Nijmeegse scooterzaak moet over'

De zogenoemde Nijmeegse scooterzaak moet over worden gedaan. Het gerechtshof in Arnhem heeft de vrijspraken van het veroorzaken van een dodelijk ongeval onvoldoende gemotiveerd. Dat adviseert advocaat-generaal Geert Knigge de Hoge Raad dinsdag. Doorgaans wordt het advies van de advocaat-generaal door de Hoge Raad overgenomen.

De twee verdachten, Mohamed el G. en Mohamed S., waren in januari 2010 met een scooter op pad gegaan om een hotel in Nijmegen te overvallen. Toen zij in de buurt van het hotel op politie stuitten, gingen ze er vandoor. Tijdens hun vluchtpoging schepten zij een voetganger. Het 50-jarige slachtoffer bezweek later in een ziekenhuis aan zijn verwondingen.

Waar de rechtbank in Arnhem El G. nog veroordeelde tot een gevangenisstraf van acht jaar en S. een celstraf van zestien maanden, veroordeelde het hof de twee in hoger beroep tot respectievelijk twee jaar en zestien maanden cel. Ze werden schuldig geacht aan het voorbereiden van een gewapende overval. El G. werd ook veroordeeld voor het bedreigen van personeel van het UMC St Radboud ziekenhuis in Nijmegen. Het tweetal kwam daar na het scooterongeval op de eerste hulp terecht.

Het hof sprak het duo echter vrij van het veroorzaken van een dodelijk ongeluk. Het was volgens het hof niet duidelijk wie de scooter bestuurde. De vraag die het hof volgens Knigge had moeten beantwoorden, is of een overhaaste en onverantwoorde vlucht op de scooter hoorde bij het plan het hotel te overvallen. In dat geval heeft de bijrijder dat onverantwoorde rijgedrag en de mogelijke gevolgen geaccepteerd, stelt hij.

In de ogen van de advocaat-generaal wijst alles er juist op dat de verdachten zich hadden ingesteld op een snelle aftocht om te voorkomen dat zij 'gepakt' zouden worden. "Het naleven van de wegenverkeerswetgeving lijkt niet hun eerste prioriteit te zijn geweest."