Hennis terughoudend over Mali-missie

Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) wil nog weinig loslaten over een eventuele Nederlandse militaire bijdrage aan de VN-missie in Mali. Ze is bezig de mogelijkheden in kaart te brengen, samen met haar collega van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans. "Waar kunnen we herkenbaar het verschil maken?" is daarbij een belangrijke vraag, zei ze in het televisieprogramma Jinek.

Hennis wilde ook niet zeggen wanneer een besluit kan worden verwacht en vroeg om geduld. Wel zei ze dat bij het besluit 'handelsnatie Nederland' en de daarbij behorende begrippen vrijheid, welvaart en veiligheid worden meegewogen. Ze benadrukte dat naast humanitaire ook economische belangen in de afweging worden meegenomen. "Het gaat niet alleen om de bevolking van Mali." Ook de gevolgen voor handelsstromen, grondstoffen, migratie en mensensmokkel wegen mee.

De Volkskrant schreef ruim een week geleden dat het kabinet een militaire bijdrage wil leveren aan de vredesmissie in Mali. Dit zou reputatieschade door eerdere besluiteloosheid moeten herstellen. Ongeveer vierhonderd Nederlandse militairen zouden moeten worden uitgezonden, waaronder zo'n zeventig commando's, vier Apaches en zeventig inlichtingenofficieren.

Het conflict in het Afrikaanse land heeft veel gevolgen voor de regio, zei Hennis. "Internationale stabiliteit is in het belang Nederland." Ze wilde geen commentaar geven op een peiling waaruit zou blijken dat een meerderheid van de Nederlanders voor een Nederlandse bijdrage aan de VN-missie zou zijn. Ook wilde ze weinig concreets zeggen over eventuele Nederlandse slachtoffers. "We maken geen kille berekening, maar gaan een eventuele missie zo inrichten dat minimaal risico wordt gelopen."

In dat verband noemde Hennis de Joint Strike Fighter (JSF) als opvolger voor de F-16, het toestel dat fel wordt begeerd door de luchtmacht en de VVD. Ze wees erop dat de recente afspraken met België over de gezamenlijke bewaking van het luchtruim vanaf 2016 goed uitkomt. Daardoor kunnen militaire middelen volgens haar effectiever worden ingezet en worden toestellen en piloten vrijgespeeld voor andere taken.

Coalitiepartner PvdA wilde eerder afzien van de JSF, maar moet binnenkort een standpunt innemen over het kabinetsbesluit om het Amerikaanse gevechtsvliegtuig aan te schaffen. Hennis zei dat in haar agenda begin december een twaalf uur urend debat over de JSF staat gepland in de Tweede Kamer. Ze hoop op een 'constructief debat', waarbij 'overtuigend' wordt gekozen voor een goede opvolger van de F-16.

De minister zei verder dat het 'poolen' van militaire capaciteiten de weg voorwaarts is voor Europese krijgsmachten. "De VS verwachten dat we eigen verantwoordelijkheid nemen." Met een 'flexibele' krijgsmacht kan Nederland internationale bijdragen leveren. "Dat kan zeker met dit budget, maar we vragen wel veel van onze krijgsmacht. We hebben het tij iets kunnen keren in de begroting, maar er dreigt nog een wolk van een miljard", aldus Hennis, die zei dat het pijn doet om te snijden in de organisatie. "We kunnen nog voluit bijdragen, maar niet als voorheen met twee grote missies tegelijkertijd."

Hennis zat overigens onlangs in een F-16, wat ze een 'heel indrukwekkende ervaring en heel erg spannend' vond. Het was haar eerste keer. Ze had verhalen over misselijkheid gehoord, maar ondanks de 'waanzinnige' ervaring hoefde ze tot haar verbazing geen gebruik van de vier beschikbare spuugzakjes te maken. Dat vonden de piloten volgens haar wel een prestatie.