Nabestaanden huisarts boos op IGZ

De nabestaanden van de huisarts uit Tuitjenhorn die zelfmoord pleegde nadat hij op non-actief was gesteld na de dood van een terminaal zieke patiënt zijn niet te spreken over het optreden van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Door het bekendmaken van informatie over de handelswijze van de arts rond de zorg aan de patiënt is hun privacy en die van anderen 'nodeloos geschonden'.

Het enige doel was het vermeende gelijk van handelen van de IGZ aan te tonen, stellen de nabestaanden vrijdagavond in een persverklaring die hun advocaten hebben verstuurd.

De IGZ publiceerde vrijdag het bevel dat aan de huisarts was gegeven, waarin hem werd opgedragen geen zorg meer te verlenen. Uit het bevel bleek dat de dokter de 59-jarige kankerpatiënt uit Schagen honderd keer de reguliere dosis morfine gaf. Ook kreeg de patiënt ruim twintig keer de normale dosis van het slaapmiddel dormicum toegediend. De terminaal zieke man overleed ongeveer een halfuur later.

De nabestaanden blijven van mening dat destijds ten onrechte is besloten de arts te bevelen geen zorg meer te verlenen. Verder geven ze aan de IGZ te hebben gevraagd niet alleen het bevel aan de huisarts, maar ook zijn verweer daartegen openbaar te maken. De inspectie zou dit hebben geweigerd. Daarom hebben de nabestaanden dat verweer nu openbaar gemaakt.

Uit het verweer blijkt dat de huisarts inzag dat hij onverstandig heeft gehandeld. Hij zou zich te veel hebben laten leiden door zijn primaire impuls de patiënt zo snel mogelijk te verlossen. "Het valt hem op dat zijn intenties ondergesneeuwd dreigen te raken in een juridisch debat dat aan zijn intenties aan die intenties geen of in ieder geval onvoldoende recht doet", schreef de advocaat van de huisarts in het verweer.

Verder zou de huisarts tot drie keer toe hebben geprobeerd met zijn coassistent, die de zaak aan het rollen bracht, te praten. De coassistent weigerde echter met hem in gesprek te gaan.