Helft flexwerkers wil vaste baan
Ongeveer de helft van de werknemers met een flexibel contract wil een vast contract. Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerd onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau naar flexibele arbeidscontracten.
Van de tijdelijke werknemers met uitzicht op een vast contract, zegt 49 procent eigenlijk nu al een vast contract te willen. Van deze groep is 45 procent echter wel tevreden over de huidige aanstellingsvorm. Van de tijdelijke werknemers zonder uitzicht op een vaste aanstelling wil 59 procent een vast contract en is 31 procent tevreden over de huidige arbeidsovereenkomst.
Van de zelfstandigen zonder personeel zijn negen van de tien tevreden over de huidige aanstellingsvorm. Zes procent zou een vast contract willen bij een baas. Het SCP concludeert hieruit dat de stap naar het zzp-bestaan niet door iedereen vrijwillig is genomen. "Deze groep wil liever gewoon in dienst zijn van de organisatie waaraan men zijn diensten levert."
Het aandeel werknemers met een tijdelijke aanstelling is tussen 2002 en 2012 toegenomen van zeven naar tien procent. Dat komt volgens het SCP vooral doordat het veel langer duurt voordat mensen een vaste aanstelling krijgen. Van de werknemers met zes tot tien jaar werkervaring heeft momenteel een op de drie nog steeds een tijdelijk dienstverband.
Het aandeel tijdelijke werknemers dat zicht zegt te hebben op een vast contract nam echter ook toe tussen 2002 en 2012, van 4,7 naar 6,7 procent. "Als deze mensen inderdaad een goede kans hebben op een vast contract, is de toename van het aandeel flexibel werk niet zo zorgwekkend als soms wel wordt gesuggereerd", schrijft het SCP.
Het uitzicht op vast werk blijkt echter niet vaak te zijn vastgelegd. Ruim een derde heeft die belofte van de werkgever op papier laten zetten, terwijl een derde eigenlijk helemaal niet weet wat de werkgever gaat doen. "Al met al wekken de cijfers een indruk van onzekerheid over de toekomst", schrijven de SCP-onderzoekers.
