'Ouder moet gezag leraar steunen'

Veel ouders vinden dat de school hen mag aanspreken om zich thuis in te zetten voor het onderwijs van hun kind. Ook zien ze het tegengaan van probleemgedrag, spijbelen en schooluitval als hun taak. Leraren zijn van mening dat een deel van de ouders tekortschiet. Dat staat in een maandag gepubliceerd rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Ruim acht op de tien ouders in het basis- en voortgezet onderwijs vinden dat ze de school moeten steunen bij het handhaven van de regels. Maar als hun eigen kind is bestraft, is nog ongeveer zestig procent geneigd de leraar te steunen. Tachtig procent van de ouders vindt dat leraren moeten openstaan voor kritiek op hun aanpak.

Docenten voelen zij zich dan ook niet altijd gesteund in hun gezag door ouders. Zij vinden daarnaast dat ouders zich niet mogen bemoeien met de inhoud en aanpak van het onderwijs, maar de regels van de school moeten steunen. Verder zijn ze van mening dat ouders soms te weinig, te veel, of de verkeerde dingen doen. Zo stellen sommigen te hoge eisen en laten anderen hun kind juist te veel aan hun lot over en bieden thuis onvoldoende rust en structuur

Ouders, leraren en schoolleiders vinden samenwerking belangrijk voor de leerresultaten van kinderen, maar worstelen ermee wie verantwoordelijk is voor wat, stellen de onderzoekers. De communicatie verloopt ook lang niet altijd soepel. Vooral laagopgeleide ouders en ouders met een migrantenachtergrond zijn lastig te bereiken. Volgens de docenten speelt daarbij mee dat deze groepen vaker de vaardigheden missen om met de school in gesprek te kunnen gaan. Ook de communicatie met gescheiden ouders is soms lastig.

Ouders in het basisonderwijs zijn thuis nog veel en vaak betrokken bij het onderwijs van hun kinderen, maar naarmate kinderen ouder worden neemt de praktische hulp af. Van de ouders in het basisonderwijs helpt 41 procent minstens een keer per week met huiswerk.

Bij ouders van mbo-studenten doet 32 procent dat een keer per maand. In het mbo is minder contact tussen ouders en school dan in het voortgezet onderwijs. Ruim vier op de tien ouders zeggen dat zijzelf noch de school contact zoeken. Ruim de helft van de ouders in het voortgezet onderwijs let er vaak op dat het kind alle lessen volgt.

Veel ouders willen weliswaar dat hun kinderen breed worden opgeleid, maar vinden ook dat meer aandacht moet worden besteed aan de Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Ook het tegengaan van leerachterstanden vinden ouders belangrijk. Een kleinere groep wil meer aandacht voor het stimuleren van uitblinken.

De onderzoekers Lex Herweijer en Ria Vogels ondervroegen ouders en voerden groepsgesprekken met leraren, schoolleiders en managers. De SCP-publicatie Samen scholen. Ouders en scholen over samenwerking in basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs, is maandagmiddag aangeboden aan staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker (VVD).