Greenpeace-activisten vrijuit voor tankstationactie

De achttien actievoerders van Greenpeace worden niet gestraft voor het stilleggen van talloze tankstations van Shell. Dat heeft de rechtbank in Den Haag vrijdag bepaald. De feiten zijn weliswaar strafbaar, maar het overtreden van de wet is volgens de rechter meer toe te rekenen aan Greenpeace dan aan de actievoerders.

De achttien verdachten werden wel schuldig verklaard. Het Openbaar Ministerie had en boete van vijfhonderd euro geëist en daarbovenop nog een voorwaardelijke boete als de actievoerders weer in de fout zouden gaan.

De rechtbank stelt dat de actievoerders door onzorgvuldig handelen van Greenpeace een onveilige situatie hebben laten ontstaan. Door de tankstations geen duidelijke informatie te geven over de duur van de actie, werd het handelen van de actievoerders strafbaar.

Greenpeace interpreteert de uitspraak als een vrijbrief om tankstations te saboteren. "De rechter vindt alleen wel dat Greenpeace bij een volgende actie nog zorgvuldiger moet zijn en rekening moet houden met 'domoren' die een blokkade op onverstandige wijze proberen te beëindigen", schrijft de milieuorganisatie in een verklaring.

De actievoerders maakten de pompstations onbruikbaar door de vulslangen aan elkaar te binden met hangsloten of tiewraps. Ze protesteerden hiermee tegen de boringen van Shell in het Noordpoolgebied. Met de actie werden vooral de zelfstandige pomphouders de dupe en niet het beoogde Shell.

De rechtbank in Amsterdam bepaalde in oktober in een kort geding dat de milieuorganisatie dergelijke protesten mag uitvoeren, zolang geen sprake is van veel hinder of schade.

Het OM laat weten het vonnis eerst goed te willen bestuderen voor het besluit in hoger beroep te gaan.