FOK!toen: Turkse invasie Cyprus

Vandaag in 1974 viel het Turkse leger Noord-Cyprus binnen. Jaren bittere (burger)oorlog en genocidale tendensen over en weer volgden. Maar waarom precies? Het is immers een kwestie die tot vandaag de dag speelt, o.a. rondom de Turkse toetreding tot de EU. De verlaten toeristenstad Famagusta:

Famagusta, verlaten sinds '74; foto TomasNY
Griekse staatsgreep leidt tot Turkse invasie
NICOSIA, 14-08-1974. Na 14 jaar onafhankelijkheid waarin door Turken en Grieken onderling al veel terreurdaden, massamoorden en krijgshandelingen zijn gepleegd, valt het Turkse leger Cyprus binnen nadat de Griekse militaire junta een staatsgreep steunde van de Grieks-Cypriotische paramilitaire organisatie EOKA. om Cyprus definitief naar Griekenland toe te trekken.

De gebeurtenissen scheurden uiteindelijk Cyprus in een noordelijk en zuidelijk deel. Daarop volgde een golf van partizanengeweld, opnieuw oplaaiende burgeroorlog, bloederige deportaties van Grieken in het Turkse deel en Turken in het Griekse over en weer en onnoemlijk veel ander leed. De Turkse invasie had één duidelijk positief effect: in Griekenland werd de dictator Papadopoulos afgezet wegens heftige kritiek op de afhandeling van de staatsgreep en oorlog in Cyprus.
Demonstratie voor 'enosis' (=aansluiting) met Griekenland, 1930
De voorgeschiedenis: Venetianen, Ottomanen, Britten

Cyprus is al duizenden jaren bewoond, dus laten we focussen op de laatste 500 jaar. Toen was Cyprus een overwegend Griekstalig eiland onder bestuur van Venetië. In 1571 veroverden de Ottomanen het eiland echter, waarmee de Turkse periode begon. In 1877 was inmiddels ongeveer een kwart van de inwoners Turks. Hieronder een kaart van de verdeling van de etniciteiten in 1860.

In dat jaar veroverden de Britten het eiland op de Turken, vanwege de strategische positie als uitvalsbasis in het oostelijke Middellandse Zeegebied en vanwege het in 1867 opgeleverde Suezkanaal. Vanaf 1925 was Cyprus officieel een Britse Kroonkolonie. Toen al was het onrustig: hierboven een foto uit 1930 van een demonstratie ten faveure van aansluiting bij Griekenland.

Toen na WO2 echter de geest van dekolonisatie wereldwijd opstak begon de Grieks-Cypriotische paramilitaire organisatie EOKA een guerillastrijd die al snel ontaardde in een reeks bloedige terreuraanslagen. EOKA eiste onafhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk en aansluiting bij Griekenland. De Turkse Cyprioten reageerden vervolgens weer met geweld tegen Griekse Cyprioten.

Etniciteiten Cyprus 1960; afbeelding Alexander-Michael Hadjilyra 
Cyprus onafhankelijk, inspraak voor iedereen

Na meer en meer terreur, vooral gericht op de in Griekse ogen twéé kolonisators (Turken en Britten), werd er in 1959 door de Britten, Grieken en Turken afgesproken dat het land in 1960 onafhankelijk zou worden. Wel was er één voorwaarde: “Schending van de neutraliteit van Cyprus zou elk van de [drie] beschermlanden het recht tot interventie geven. Op deze bepaling beriep de Turkse regering zich in 1974 [toen EOKA gesteund door de Griekse junta een staatsgreep pleegde].”

In 1960 was het dan zover: Cyprus was onafhankelijk, één, en had een democratisch gekozen regering waarin beide Grieken en Turken vertegenwoordigd werden. De Grieken leverden de president, de Turken de vice-president. Parlement en ministersposten werden ongeveer naar bevolkingsgrootte verdeeld. Direct ontstond er echter tweedeling: een kwart tot een derde van de politici was fervent pro-Turks, de rest pro-Grieks.

Geweld houdt aan; regering in crisis; proxy-oorlogen
In de eerste jaren hielden de guerrillastrijd, de standrechtelijke executies van onschuldigen, de terreurgolf en andere gruwelijkheden aan, vooral toen de Turken zich al na drie jaar terugtrokken uit de regering. Anarchie en geweld tussen beide partijen was het gevolg, hetgeen in 1964 culmineerde in de Slag bij Kokkina (Turks: Tylliria).

Turks-Cypriotische paramilitairen bevochten de Grieksgezinde Cypriotische marine. (Door de Turkse terugtrekking was de regering nu compleet Grieks-Cypriotisch.) De Turken werden gesteund door Turkije met een aantal bombardementen door de Turkse luchtmacht op militaire doelen en dorpen in het Griekse deel; de marine van Cyprus werd op haar beurt door EOKA en Griekse landmachteenheden bijgestaan.
Makarios III in 1974 afgezet door EOKA
Relatieve rust gevolgd door geweld en Turkse invasie

De tien jaar tussen 1964 en '74 verliepen relatief rustig: 1967 zou het meest vredige jaar worden. Geweld, onderlinge moordpartijen en terreur kwamen echter al snel terug en uiteindelijk zouden de Grieks-Cypriotische paramilitairen van EOKA op 15 juli 1974 de president afzetten en zelf een dictator installeren. Ze werden daarbij gesteund door de Griekse junta, terwijl president Makarios III (foto hierboven) naar Londen vluchtte.

Vijf dagen later reageerde Turkije met een kleine invasie, waarmee 3 procent van het land werd bezet. Slechts na drie dagen, op 23 juli, kwam de militaire junta van Griekenland ten val en werd er daar een democratisch bewind geïnstalleerd. De Turken maakten handig gebruik van het Griekse machtsvacuüm door op 14 augustus een tweede, veel grootschaliger invasie op Cyprus af te sturen.

23-8-'74 wapenstilstand, Noord-Cyprus wordt dictatuur
Op 18 augustus hadden de Turken 40 procent van het eiland bezet, waarna er een staakt-het-vuren werd getekend. De grens van augustus '74 [hieronder] is nog steeds van kracht, is tegenwoordig afgebakend met prikkeldraad, wachttorens, mijnenvelden enzovoorts en wordt bewaakt door VN-blauwhelmen.

De laatste verkiezingen in het verenigde Cyprus waren in 1973. Als (Turkse) vicepresident werd toen de heer Denktaş gekozen. Die zou na de Turkse invasie het noorden leiden en in 1983 eenzijdig de onafhankelijkheid uitroepen. De onafhankelijkheid van de zogeheten Turkse Republiek Noord-Cyprus wordt wereldwijd door geen enkel land erkend, behalve (nee, écht?) Turkije.

Denktaş functioneerde effectief als dictator tot er in 2005 verkiezingen werden uitgeschreven omdat hij al in de tachtig was en 'het tijd vond worden om zijn positie over te dragen aan een jonger iemand.'
Kaart Cyprus anno nu
Uitwisseling: veel Griekse anti-Turkenpropaganda

Begin 2005 ging ik met school op uitwisseling naar (Zuid-)Cyprus en Athene. Herhaaldelijk werd onze klas door lokale politici, het schoolhoofd én de burgemeester van Pafos verteld hoe verschrikkelijk de Turken waren, hoe de Grieken al dertig jaar hun huizen niet in konden, hoe er massamoorden plaatsgevonden hadden en er overal uitgebrande dorpen waren.

Het was ook wel triest. In de gehuurde bus werden we half Cyprus doorgereden op weg naar allerlei stadjes, kerken, kloosters en De Grens om maar vooral keer op keer, dag na dag, twee weken lang aan te blijven tonen dat de Grieks-Cyprioten het slachtoffer waren en de Turken de nazistische agressor. Als je als zestienjarige niets anders hoort geloof je die verhalen direct bij het zien van al die eigentijdse ruïnes.

Hoewel de rest van de uitwisseling een brei vrolijke herinneringen is vol drank, Ponden, auto- en brommerritjes, uitgaan, zwemmen in de zee en paintballen, staan die weggevaagde dorpjes, geruïneerde kerken en ernstige monumenten me nog heel helder voor de geest – wellicht vooral omdat ik nog nooit de littekens die oorlog in het landschap achterlaat, van dichtbij had gezien.

Ruïnedorpen vol landmijnen: 'on-Nederlandse' ervaring
Ik las zojuist dat de meeste ruïnedorpjes tot op heden angstvallig worden gemeden omdat er op veel plaatsen nog steeds landmijnen zouden liggen. Cyprus kwam door dat alles af en toe wat unheimisch over. Door heel Cyprus bevinden zich ettelijke honderden stadjes en dorpen die al veertig jaar ontvolkt zijn.

Vaak ook deels vernietigd door oorlogsgeweld worden ze sindsdien geteisterd door weer en wind. Bruine en grijze skeletten van gebouwen met donkerbruin verroest staal uit de muren stekend ontsieren overal het landschap. Ook het werkelijk straatarme binnenland schokte me als 16-jarige West-Europeaan. Ik kan me voorstellen dat een bezoek aan voormalig Joegoslavië, Libanon of andere recente brandhaarden dezelfde reactie teweegbrengt, maar daar ben ik nog nooit geweest dus kan ik daar niks over zeggen.

De grootste Cypriotische klacht over Nederland werd overigens direct duidelijk toen we Schiphol uitliepen: het stonk hier overal naar stront. Op Cyprus waait vanzelfsprekend doorgaans een frisse wind van zee (in plaats van een frisse wind uit een mestsproeier).

Cypriotisch vliegtuig crasht nabij Marathon: 121 doden
MARATHON, 13-08-2005. Cyprus was toevallig vandaag exact acht jaar geleden ook al in het nieuws. De Helios Airways-vlucht tussen Larnaca (Cyprus) en Athene stortte neer in de buurt van Marathon, Griekenland. Alle 115 passagiers en 6 bemanningsleden lieten het leven.

Precies die vlucht van diezelfde luchtvaartmaatschappij hadden wij met de klas enkele maanden eerder genomen. Achteraf voelde ik me schuldig over het meenemen van de veiligheidsinstructies, hoewel ik niet meer zeker weet of wij in dit toestel zaten. Ik geloof dat wel te hebben uitgezocht na de ramp en bevestigend antwoord gekregen te hebben, maar zoals gezegd: niet zeker meer. Helios Airways had destijds in elk geval maar drie vliegtuigen en de vliegvergunning werd definitief ingetrokken in 2006.

FOK!toen is benieuwd:
-Wat is jouw mening over de clusterfuck die Cyprus door de geschiedenis van de afgelopen 500 jaar (en recenter, vanaf 1974) is geworden? Ben je er ooit geweest, zo ja, welke indrukken deed je op?
-Zal het eiland ooit weer één worden?
-Kán dat überhaupt wel zolang Grieken en Turken elkaar het licht in de ogen niet gunnen?
-Heeft één van beiden gelijk, allebei, of geen van beiden?
-Andere interne conflicten tussen meerdere bevolkingsgroepen worden overal ter wereld uitgevochten, van Spanje en Ierland tot Israël en Soedan. Is de situatie in Cyprus vergelijkbaar met één of meerdere van die conflicten, zo ja, welke en waarom?

Kijken: verlaten toeristenstad

Famagusta was ooit verreweg de belangrijkste toeristische stad van Cyprus. Er was een zandstrand en er waren 36 hotels met meer dan 6000 hotelkamers, toen ruim de helft van het totaal aantal hotelbedden in Cyprus. Het valt nu onder het bestuur van Noord-Cyprusen is al 40 jaar verlaten. Tot '74 woonden er 45.000 mensen. Tegenwoordig is het één van de bekendere spooksteden ter wereld.

Het filmpje hierboven legt het uit op de typisch Grieks-Cypriotische propagandistische manier waarmee wij als middelbare scholieren ook werden geïndoctrineerd. (De Turkse kant van het verhaal laat al even weinig ruimte voor discussie, de waarheid zal zoals altijd ergens in het midden liggen).