Notarissen onteigenden joods vastgoed

Uit promotieonderzoek dat historicus Raymund Schütz aan de VU deed blijkt dat een groot deel van Nederlandse notarissen tijdens de Tweede Wereldoorlog meehielp met het onteigenen van joodse panden. Dat schrijft het NRC zaterdag.

Van bijvoorbeeld de 50 notarissen die in Rotterdam en omstreken actief waren was er welgeteld één die niet wilde meewerken. Er zijn tijdens de oorlog ongeveer 20.000 panden van joden afgepakt met een totale waarde van destijds 150 miljoen gulden.

Na de oorlog werden de praktisch allemaal collaborerende notarissen gepardonneerd door het ministerie van Justitie. De notarissen werden gevraagd om 60 procent van het geld dat ze met het juridisch onteigenen van joodse panden hadden verdiend, terug te geven.

Vrijwel alle notarissen kochten hun geweten af met dit aanbod. Er werd uiteindelijk 456.563,33 gulden terugbetaald. Helaas blijkt uit Schütz' onderzoek dat dat veel minder is dan er eigenlijk had moeten worden betaald.

Desgevraagd zegt Nora van Oostrom van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie: "Wij hebben er geen belang bij om dingen onder het tapijt te vegen. Het handelen van sommige notarissen destijds verdient niet de schoonheidsprijs."