Klijnsma laat alle Wajongers herkeuren

Iedereen met een uitkering voor jong-gehandicapten wordt de komende jaren herkeurd. Alleen mensen die blijvend niet kunnen werken, mogen de Wajong-uitkering behouden, schrijft staatssecretaris van Sociale Zaken Jetta Klijnsma (PvdA) in een Kamerbrief.

Wajongers die volgens de keurders kunnen werken, kunnen een bijstandsuitkering aanvragen. Ook kunnen ze van de gemeente hulp vragen bij hun re-integratie. Van de 230.000 jongeren die de Wajong-uitkering ontvangen blijven er volgens het kabinet slechts veertigduizend volledig en blijvend gehandicapt, schrijft de Volkskrant. Voor een deel van de Wajongers betekent de overgang naar de bijstand dat ze er in inkomen op achteruitgaan. Het aantal Wajong-uitkeringen steeg vooral nadat gemeenten in 2006 verantwoordelijk werden voor de bijstand. Veel bijstandsontvangers die van jongs af aan gehandicapt waren werden doorgestuurd naar de Wajong. Dat was voor de gemeenten voordelig omdat zij de bijstand zelf betalen en de Wajong door het rijk wordt betaald.

Het werk dat gehandicapten nu bij sociale werkplaatsen doen, moeten zij volgens Klijnsma bij gewone bedrijven gaan doen. Werkgevers moeten van Klijnsma arbeidsgehandicapten aannemen. Er moeten voor die groep extra banen bij komen. Als dat niet gebeurt, legt Klijnsma een quotum op.

Een nader te bepalen percentage van het personeel moet dan arbeidsgehandicapt zijn. Anders volgt een boete van vijfduizend euro per jaar per arbeidsplaats die door een gehandicapte bezet had moeten zijn. Dit geldt niet voor werkgevers met minder dan 25 werknemers.

Van het quotum wordt afgezien als werkgevers vrijwillig arbeidsplaatsen voor gehandicapten creëren. Het gaat om 2500 banen volgend jaar, dat moet groeien naar honderdduizend in 2026.

Arbeidsgehandicapten moeten minimaal het minimumloon krijgen. Als hun productie minder waard is dan wat zij kosten, krijgen werkgevers subsidie om het verschil goed te maken. Daar is 480 miljoen euro voor beschikbaar gesteld. Eerder was het de bedoeling dat werkgevers onder het minimumloon mochten betalen en dat gemeenten dat zouden aanvullen, maar dat stuitte op bezwaren van de oppositie.