Welvaartverschillen Europa worden kleiner

Het verschil in welvaart binnen de Europese Unie is tussen 1995 en 2011 afgenomen. Vooral het verschil tussen Oost-Europa en de overige landen werd kleiner. Nederland werd in die zestien jaar flink welvarender. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek woensdag op basis van cijfers van Eurostat.

De welvaart van Oost-Europese landen is sinds 1995 gestaag richting het EU-gemiddelde gegroeid. De toename vond in deze landen vooral plaats in de jaren rond hun toetreding tot de EU. Het gemiddelde van deze voormalige Oostbloklanden ligt echter nog wel altijd onder dat van de gehele EU.

Nederland was in 2011 het op Luxemburg na meest welvarende EU-land. Per hoofd van de bevolking waren Nederlanders toen ruim dertig procent welvarender dan de gemiddelde inwoner van de EU. Zestien jaar eerder nam Nederland nog de zevende plaats in binnen de EU. De stijging komt doordat het bruto binnenlands product in Nederland flink is gestegen, terwijl de prijzen relatief minder hard rezen.

De welvaart nam tussen 1995 en 2011 af in negen EU-lidstaten, waaronder België, Frankrijk en Duitsland. In Griekenland nam de welvaart de afgelopen twee jaar, na de redding door de overige eurolanden, zelfs met vijftien procent af. De Italianen zijn eveneens flink afgezakt. Waren zij in 1995 nog twintig procent welvarender dan het EU-gemiddelde, in 2011 zaten zij op het gemiddelde.