Meerderheid wil Duitsers herdenken

Een meerderheid van 58 procent van de Nederlanders vindt dat tijdens lokale herdenkingen op 4 mei stil mag worden gestaan bij Duitse soldaten die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland zijn omgekomen. Zo'n 55 procent vindt dit een mooi signaal van verzoening. Dat meldt het televisieprogramma Eenvandaag donderdag na onderzoek onder meer dan twintigduizend mensen.

De helft van de deelnemers aan het onderzoek zou zelf zowel langs Duitse als Nederlandse graven lopen, 36 procent zou alleen langs graven van Nederlanders lopen. Verder vindt 44 procent dat ook tijdens de Nationale Dodenherdenking Duitse soldaten herdacht mogen worden. Vijftig procent is echter tegen het herdenken van Duitsers tijdens de Nationale Dodenherdenking.

De gemeente Bronckhorst maakte donderdag bekend dat op 4 mei toch geen afvaardiging van de gemeente langs het graf van gesneuvelde Duitsers in Vorden loopt. De gemeente heeft dat besluit genomen na overleg met het Nationaal Comité 4 en 5 mei, dat had aangegeven te vrezen dat de commotie rondom de herdenking in Vorden de nationale herdenking zou overschaduwen. De gemeente Bronckhorst zei zich hierin te herkennen.

Een meerderheid van de Nederlanders, 63 procent, vindt overigens dat de Nationale Dodenherdenking moet blijven zoals die nu is. Woensdag schreef directeur Hans Vuijsje van Stichting Joods Maatschappelijk Werk in een opiniestuk in de Volkskrant nog dat bij de herdenking alleen de slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog, onder wie de 102 duizend joodse Nederlanders, moeten worden herdacht. De joodse gemeenschap is volgens hem diep gekwetst door de verbreding van de Nationale Dodenherdenking, waarbij ook militairen worden herdacht die na de Tweede Wereldoorlog omkwamen.