Laatste begijn ter wereld overleden

In het Vlaamse Kortrijk is vandaag de laatste begijn ter wereld overleden. Met de dood van Marcella Pattyn op 92-jarige leeftijd komt er een einde aan een typische Dietse traditie van zo'n 800 jaar oud.

De begijnen waren een groep vrouwen die in groepen samenwoonden, vaak aan de rand van nederzettingen. Wat hen bond was het verlangen zich te wijden aan God en het doen van goede daden. In tegenstelling tot de meeste van zulke samenlevingen, legden de leden geen gelofte af en ze mochten bezit hebben.

De kiem voor de orde der Begijnen werd gelegd in de 12e eeuw in de Lage Landen. Geïnspireerd door onder meer 'ketterse' stromingen als de Franse Albingenzen en de anticlericale Apostolieken gingen meer en meer vrouwen in gemeenschappen samenwonen. Door de kruistochten was er een overschot aan weduwen, van wie velen zich bij deze gemeenschappen aansloten.

In 1216 werd de orde erkend door paus Innocentius III en ontstond er een eenduidige beweging. Al snel werden de karakteristieke begijnhoven gesticht, eerst vooral in Vlaanderen, later ook in de Nederlanden, Noord-Frankrijk en Duitsland. De bekendste begijn is waarschijnlijk de mystica Hadewijch van Brabant.

De populariteit van de Begijnen wisselde met de tijden. In de 15e eeuw was ze waarschijnlijk op haar hoogtepunt, met begijnhoven met wel 2000 inwoners. Daarna werd het echter snel minder, doordat de onorthodox katholieke begijnen regelmatig vervolgd werden door zowel de katholieke kerk als de protestanten.

De dood van Pattyn betekent dus de officiële doodsteek voor de orde der begijnen. Hun belangrijkste erfenis zijn de begijnhoven, die in veel oude steden prominent aanwezig zijn. Ook is er in Duitsland een 'begijnse' opleving bezig, en er zijn officieuze begijnensamenlevingen in Canada en de VS.