Nederlanders hebben minder vertrouwen in regering

Nederlanders hebben steeds minder vertrouwen in de regering. Waar in het laatste kwartaal van vorig jaar het politieke vertrouwen nog aanzienlijk steeg, houdt die positieve stemming dit kwartaal geen stand. Het vertrouwen in de regering daalde van 57 naar 51 procent, blijkt vrijdag uit het eerste kwartaalbericht van 2013 over het Continu Onderzoek Burgerperspectieven van het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Vorig kwartaal, toen de kabinetsformatie plaatsvond, verbeterde de politieke stemming nog aanmerkelijk. Toen liep het vertrouwen in de regering nog op van 41 procent naar 57 procent.

Mensen zijn minder tevreden met de politiek in Den Haag. Dit kwartaal geeft 48 procent een voldoende, vorig kwartaal was dat nog 52 procent. Ook wordt de politiek weer vaker genoemd als oorzaak van dat het de verkeerde kant op gaat met Nederland.

Meer mensen vinden verder dat ze geen enkele invloed hebben op wat de regering doet. Dit kwartaal deelt 61 procent die mening, vorig kwartaal lag dit percentage nog op 57 procent. Meer Nederlanders gaven verder aan te vinden dat de regering onvoldoende doet 'voor mensen zoals ik'. Dat percentage steeg van 49 procent naar een meerderheid van 52 procent.

Verder blijken ouderen op veel vlakken meer ontevreden en bezorgd dan jongeren. 55-plussers maken zich vaker zorgen over de ontwikkelingen van de economie en de eigen financiële positie ten opzichte van jongeren tussen de 18 en 34 jaar en de groep tussen de 35 en 54 jaar. Vooral de bezuinigingen op de zorg en de verlaging van pensioenen baren hen zorgen.

Daarnaast vinden ouderen de kloof tussen arm en rijk in Nederland te groot. Van de 55-plussers vindt 71 procent dit, bij de groep 35- tot 54-jarigen is dit 64 procent, bij de jongste groep 46 procent.

Nederlanders maken zich bovendien meer zorgen over hun financiële situatie dan inwoners van de buurlanden. Eind vorig jaar was 31 procent van de Nederlanders bezorgd over de financiële toekomst, terwijl dit in België 22 procent was en in Duitsland veertien procent. Nederlanders maken zich wel minder zorgen dan Grieken (66 procent) en Portugezen (59 procent).