Zaak tegen Alberto Stegeman moet over

Het gerechtshof moet opnieuw beoordelen of de journalist Alberto Stegeman een toegangspas voor Schiphol mocht vervalsen om de gebrekkige toegangscontrole aan de kaak te stellen. Het hof heeft onvoldoende onderzocht of dat noodzakelijk was, oordeelt de Hoge Raad dinsdag.

Stegemans programma Undercover in Nederland besteedde in december 2008 en januari 2009 aandacht aan de beveiliging op Schiphol-Oost, waarbij hij met een collega verboden terrein binnendrong met een nagemaakte KLM-toegangspas. Het bleek kinderlijk eenvoudig om op het terrein te komen. Stegeman wist onder meer in een hanger met daarin het regeringstoestel te komen, waar ook de koningin en leden van het Koninklijk Huis mee reizen.

Van de rechtbank kreeg Stegeman een boete van 1740 euro, maar het gerechtshof in Amsterdam sprak hem vrij. Het aantonen van het veiligheidsrisico was volgens het hof een maatschappelijk belang dat opwoog tegen de valsheid in geschrifte en het zich op verboden terrein bevinden.

Stegeman zou niet onzorgvuldig hebben gehandeld omdat het neppasje was nagemaakt van een KLM-medewerker die daar zelf mee had ingestemd. Stegeman kreeg wel vijfhonderd euro boete omdat hij de neppas na de uitzending niet had vernietigd.

Het hof heeft volgens de Hoge Raad onvoldoende onderzocht of er voor Stegeman geen andere manieren waren om aan te tonen dat de beveiliging gebrekkig is. De Hoge Raad wijst erop dat het vervalsen van een pas een ernstig misdrijf is. De Hoge Raad voert verder aan dat het Stegeman eerder al eens was gelukt op het terrein te komen zonder een vervalste pas te gebruiken.