Geen rol hooligans bij rellen Haren

Doelbewuste relschoppers speelden geen rol van betekenis bij de rellen in het Groningse Haren op 21 september. Jongeren kwamen massaal naar de plaats, omdat ze gefascineerd waren door het idee dat zij iets bijzonders tot stand konden brengen, niet door het vooruitzicht van rellen en geweld. Dat stelt de commissie-Cohen vrijdag na onderzoek naar de rellen.

In totaal werden zo'n tweehonderdduizend jongeren uitgenodigd voor het Project X-feest in Haren. Dertigduizend mensen gaven aan te komen. Uiteindelijk gingen tussen de drie- en vijfduizend jongeren naar Haren.

Die jongeren dachten dat in Haren iets eenmaligs zou gaan gebeuren, waar ze echt bij moesten zijn, concludeert de commissie. De veelgebruikte afkorting YOLO (you only live once) ondersteunt die conclusie, volgens de commissie. De term YOLO is ontleend aan een passage uit een nummer van de Canadese hiphopper Drake.

De meeste jongeren kwamen uit de noordelijke provincies. "Wie denkt dat het een landelijk feestje was, heeft het mis", aldus de commissie. Veel jongeren die wel naar Haren wilden, gingen vaak na indringende gesprekken met hun ouders niet.

Zoals al eerder bekend werd heeft de commissie fikse kritiek op de autoriteiten. Die hebben van meet af aan geen greep gehad op de gebeurtenissen en hadden geen heldere strategie. De burgemeester heeft volgens de commissie geen effectief gebruik weten te maken van zijn bevoegdheden en communicatiemogelijkheden.

Daarnaast liet de organisatie van de politie volgens de commissie veel te wensen over. Zo schoten briefings tekort, wisten medewerkers onvoldoende wat van ze werd verwacht, verliep de communicatie tussen leidinggevenden op straat en besluitvormers slecht, werd de omslag in sfeer op straat niet op tijd onderkend waardoor te laat werd overgeschakeld naar het 'worst case scenario', waren er aanvankelijk te weinig leden van de mobiele eenheid en was de opkomsttijd van de ME te lang.

Een kleine gemeente en gebrek aan ervaring hoe te handelen in onzekere en onbekende omstandigheden speelden eveneens een rol. Verder is te laat en te beperkt gebruikgemaakt van de landelijke expertise voor het in de gaten houden en beoordelen van ontwikkelingen op internet. "Het was de eerste keer dat jongeren in Nederland met gebruik van sociale media op deze schaal een dergelijke bijeenkomst organiseerden en het was voor de autoriteiten daardoor niet alleen moeilijk greep te krijgen op het feest zelf, maar ook op de potentiële omvang ervan."

Binnen het politiekorps is wel gezocht naar nadere informatie over wat zich op sociale media afspeelde, maar erg uitvoerig is dat niet geweest en veel heeft het niet opgeleverd, aldus de commissie. "Sociale media waren een snelle en zelfstandige mobiliserende kracht. Massamedia volgden wat zich in de aanloop naar 'het feestje' afspeelde, maar sommige werden op de avond zelf van rapporteur tot medespeler."

Uiteindelijk hebben journalisten nog op twee bijeenkomsten gediscussieerd over de vraag of media de zaak goed hebben aangepakt. "Dat is op zichzelf vrij bijzonder voor een beroepsgroep die niet uitblinkt door zelfreflectie en vaak moeite heeft met kritiek", aldus de commissie daarover.

Haren was ook voor journalisten een 'wake-up-call', stelt de commissie. Project X-evenementen die kort na Haren zouden plaatsvinden, werden anders benaderd. "Men realiseert zich nu dat het met flashmobs ook werkelijk verkeerd kan aflopen."