Weer minder vlinders in Nederland

Het aantal vlinders in Nederland is vorig jaar opnieuw sterk afgenomen. De vlinderstand is hiermee gedaald naar het laagste niveau van de laatste twintig jaar. Dat blijkt maandag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Volgens de onderzoekers was 2012 bij uitstek een slecht vlinderjaar. Ten opzichte van 1992 is iets meer dan de helft van alle vlindersoorten significant achteruit gegaan, van een kwart van de soorten is de achteruitgang sterk te noemen.

Niet alleen de zeldzame vlinders doen het slecht, ook veel algemene soorten hebben het moeilijk. Vooral de vlinders die voorheen op de graslanden voorkwamen zijn achteruitgegaan. Volgens het CBS gaat het vooral zeer slecht met zeldzame soorten als het spiegeldikkopje en de kleine heivlinder. Ook algemene soorten als de dagpauwoog en het groot koolwitje verdwijnen.

De belangrijkste oorzaak van de achteruitgang is het verdwijnen van geschikt leefgebied. Ook de kwaliteit van het resterende leefgebied vermindert, onder meer door versnippering, intensivering van de landbouw, verdroging en vermesting.

Toch zijn er ook enkele soorten die sterk toenemen, zoals het bont zandoogje en het oranjetipje. Het bont zandoogje kwam vroeger alleen in bossen voor, maar is nu ook in tuinen en wegbermen te vinden en kon zo sterk uitbreiden. Het oranjetipje profiteert vooral van regelmatig warme voorjaarsmaanden.


Vlinderstand naar nieuw dieptepunt (Foto: Novum)