Israël onthult Afghaanse manuscripten

In Israël zijn donderdag Hebreeuwse manuscripten onthuld die werden gevonden in een bolwerk van de Taliban in het noorden van Afghanistan. Het is het eerste tastbare bewijs dat een joodse gemeenschap duizend jaar geleden in dat deel van Afghanistan woonde.

De collectie, die in handen is van het Israëlisch Nationaal Museum, bevat onder meer bijbelse commentaren, brieven en financiële gegevens. Volgens onderzoekers, die spreken van de Afghaanse Genizah, gaat het om de waardevolste partij manuscripten sinds de vondst van de Caïro Genizah, die ruim honderd jaar geleden werd gevonden in een synagoge in Egypte.

Genizah is het Hebreeuwse woord voor een opslagruimte naast een synagoge of joodse begraafplaats, waar Hebreeuwse boeken en papieren worden bewaard. Volgens de joodse wetten is het verboden schrijfsels weg te gooien waar de formele naam van God in staat. Daarom worden deze schrijfsels doorgaans opgeslagen of begraven.

De Afghaanse collectie biedt een uniek kijkje in het leven van joden die in de elfde eeuw in het toenmalige Perzië woonden. Doordat de papieren lange tijd in een droge grot lagen zijn ze goed bewaard gebleven.

Volgens Haggai Ben-Shammai van het museum bevatten de documenten duidelijk herkenbare joodse namen en wordt er melding gemaakt van commerciële activiteiten langs de Zijderoute, die Europa met het Oosten verbond. "Dit is de eerste keer dat we een grote verzameling manuscripten hebben die de cultuur van de joden die daar woonden vertegenwoordigen. Tot vandaag hadden we hier niets over."