Aantal kerkgangers fors afgenomen

Het aantal Nederlanders dat een kerk, moskee of religieuze bijeenkomst bezoekt, is de laatste jaren fors afgenomen. In 2010 en 2011 bezocht een op de zes regelmatig een religieuze dienst. Tussen 1997 en 1999 was dat nog een op de vier, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Vooral ouderen gingen minder vaak naar de kerk. Onder de 55- tot 65-jarigen liep het bezoek aan religieuze diensten terug van 33 naar 17 procent en bij de 65-tot 75-jarigen van 39 naar 25 procent. Onder de 18- tot 35-jarigen is nauwelijks sprake van een afname, maar die leeftijdsgroep ging met 13 procent al weinig naar de kerk of moskee.

Ruim de helft van de bevolking rekent zich tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering. Katholieken vormen met 28 procent de grootste groep.

Van de mensen die zich tot een godsdienstige groepering rekenen, gaat een op de drie minstens een keer per maand naar de kerk of moskee. Gereformeerden zijn de meest trouwe kerkgangers. Van hen bezoekt 64 procent minstens een keer per maand een kerk. Onder katholieken is dat percentage 19 procent. Van de moslims bezoekt 38 procent wel eens een moskee.