Grootste partij EU kritisch op aanpak zaak Demmink

De grootste partij van de Raad van Europa is uiterst kritisch op de manier waarop Nederland de beschuldiging van kindermisbruik door topambtenaar Joris Demmink onderzoekt. "Ondanks een overweldigend aantal getuigen, hebben de beweringen van twee Turkse slachtoffers nooit tot een strafrechtelijk onderzoek geleid", schrijft de Italiaanse voorzitter van de Europese Volkspartij Luca Volonté in vragen aan de 47 Europese ministers van buitenlandse zaken.

In die partij is onder meer het CDA vertegenwoordigd. CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt, die eerder Kamervragen over de zaak stelde, wijst erop dat de vragen van Volonté een stuk zwaarder wegen dan Kamervragen. "Kamervragen worden hier regelmatig gesteld, maar vragen voor alle ministers van buitenlandse zaken worden ongeveer tien keer per jaar gesteld."

Doorgaans gaan die vragen volgens hem over wanpraktijken in landen als Rusland. "In dat rijtje wil je in ieder geval niet thuishoren."

Naar Demmink, de inmiddels gepensioneerde secretaris-generaal van het ministerie van Veiligheid en Justitie, is alleen een oriënterend feitenonderzoek uitgevoerd. Bij zo'n onderzoek worden alleen getuigen gehoord. Volonté is kritisch omdat Demmink tijdens het onderzoek in functie bleef en zo in een positie zat waarin hij 'gemakkelijk het onderzoek kon beïnvloeden'.

Naar Demmink is volgens Volonté meerdere keren onderzoek gedaan. In 1998 werd een onderzoek naar meerdere invloedrijke Nederlanders afgebroken. Dat gebeurde volgens Volonté zodra Demmink als verdachte in beeld kwam. Hij zegt zich te baseren op een van de onderzoeksleiders.

In 2003 beweerde iemand anders volgens Volonté te zijn misbruikt, maar hij trok zijn verklaring later in en werd veroordeeld voor het doen van een valse beschuldiging. Hij houdt volgens Volonté echter vol te zijn misbruikt.

Volonté wijst erop dat Nederland het Verdrag van Lanzarote heeft ondertekend waarin is afgesproken dat beschuldigingen van kindermisbruik serieus en met voorrang worden onderzocht, zelfs als het slachtoffer zijn verklaring intrekt. Nederland zou dat verdrag ernstig hebben geschonden omdat nog geen serieus onderzoek is ingesteld.

Volonté noemt dat 'schandalig, vooral vanwege de invloedrijke positie van de beschuldigde persoon'. Volgens hem moet er een onpartijdig onderzoek komen, uitgevoerd door internationale experts. Nederland zou moeten worden gevraagd zo'n onderzoek op te zetten.

Het verdrag van Lanzarote werd eerder aangehaald door Advocaat Adèle van der Plas, die de Turkse vermeende slachtoffers van Demmink bijstaat. Justitie zou geen onderzoek doen naar de aangifte van een van hen omdat hij weigert naar Nederland te reizen om zijn aangifte toe te lichten. Van der Plas wees erop dat vervolging van misbruik volgens het verdrag nooit afhankelijk mag zijn van het feit of er aangifte is gedaan of niet.

In oktober werd bekend dat de Turken via het gerechtshof in Den Haag proberen alsnog vervolging van de topambtenaar af te dwingen. Justitie heeft eerder gezegd dat de aangiften over Demmink niet betrouwbaar zijn. Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) zei dat er 'geen begin van juistheid' is aan de beschuldigingen.

Een woordvoerder van het ministerie van Veiligheid en Justitie zei zondag bekend te zijn met de vragen van Volonté, maar verwijst naar de Kamerbrieven waarin Opstelten zegt dat er geen bewijs is gevonden. "Ons standpunt is niet gewijzigd."