Nederlandse nazi (91) weer aangeklaagd voor moord

De Nederlandse oorlogsmisdadiger Siert Bruins (91) is in Duitsland opnieuw aangeklaagd voor moord. De Duitse justitie wil hem vervolgen voor de moord op een verzetsstrijder in Appingedam in 1944, meldt de NOS.

Met een collega van de Sicherheitsdienst zou hij de man op een fabrieksterrein hebben doodgeschoten. Later beweerden ze dat de man bij een vluchtpoging was omgekomen. De toenmalige collega van Bruins is inmiddels overleden.

In juli werd bekend dat Duitsland opnieuw onderzoekt of Bruins, bekend als 'het beest van Appingedam', alsnog kan worden vervolgd voor de moord op twee leden van het Groningse verzet. Justitie in Dortmund was toen nog niet zeker of het tot een proces zou komen. De voornaamste vraag was of er nog getuigen konden worden gevonden.

In een Duitse rechtszaak in 1980 tegen Bruins voor de moord op twee joodse broers, worden de moorden op de twee verzetsleden in 1944 beschreven. Hij kreeg zeven jaar cel voor de moorden op de broers en kwam in 1985 vrij.

De zaak kwam weer aan het rollen nadat Duitse historici die op nazi's 'jagen' AVRO-onderzoeksjournalist Gideon Levy over de zaak hadden geïnformeerd. Levy benaderde daarna het Duitse openbaar ministerie.

Bruins werd in Nederland na de oorlog ter dood veroordeeld. Voordat het vonnis kon worden uitgevoerd, vluchtte hij naar Duitsland. Pogingen in 2003 van toenmalig minister van Justitie Piet Hein Donner (CDA) om Bruins te laten uitleveren, hadden geen resultaat.

Na het overlijden van Klaas Carel Faber eerder dit jaar is Bruins volgens Levy de laatste Nederlandse nazi die niet vastzit.