Opstelten: wiet kopen met alleen id kwetsbaar

Het vervangen van de wietpas door een systeem waarbij bezoekers van coffeeshops alleen een identiteitsbewijs moeten laten zien, is 'onwenselijk en juridisch kwetsbaar'. Dat blijkt uit een advies dat minister van Justitie Ivo Opstelten (VVD) tijdens de formatie heeft gegeven aan de informateurs Wouter Bos en Henk Kamp. Dat advies werd deze week vrijgegeven samen met de andere stukken die op de formatietafel belandden.

VVD en PvdA besloten in het regeerakkoord om de wietpas af te schaffen en te vervangen door een systeem waarbij bezoekers zowel een identiteitsbewijs of verblijfsvergunning als een uittreksel uit het bevolkingsregister moeten tonen. Dat betekent dat toeristen geweerd worden aangezien de coffeeshops alleen toegankelijk zijn voor inwoners van Nederland, het zogeheten ingezetenencriterium.

De paragraaf uit het regeerakkoord laat echter de ruimte open voor maatwerk. De handhaving van dit ingezetenencriterium geschiedt namelijk 'in overleg met de betrokken gemeenten en zo nodig gefaseerd', staat er. Daarbij wordt aangesloten bij het lokale coffeeshopbeleid, 'zodat sprake is van lokaal maatwerk'.

Gemeenten als Amsterdam en Utrecht grijpen deze clausule aan om de coffeeshops toegankelijk te houden voor toeristen. Dat zou betekenen dat toeristen geen uittreksel hoeven te tonen. Die constructie kan volgens Opstelten niet door de beugel, omdat het discriminatie naar nationaliteit in de hand werkt. Een Pool die in Nederland woont voldoet wel aan het ingezetenencriterium, maar zou op grond van zijn paspoort worden geweigerd.

Opstelten vindt bovendien dat geen ruimte mogelijk is voor lokaal maatwerk. "Het ingezetenencriterium kan alleen landelijk worden toegepast", schreef hij in zijn hoedanigheid als minister in het vorige kabinet. "Met andere woorden: er is geen keuzevrijheid voor gemeenten op dit punt."