Veel luchtaanvallen in noorden Syrië

Syrische regeringsstrijdkrachten hebben dinsdag luchtaanvallen en artilleriebeschietingen uitgevoerd op bolwerken van opstandelingen in het noorden van het land. Daarbij zijn volgens activisten minstens negentig mensen om het leven gekomen.

De bombardementen en beschietingen hadden plaats in de provincies Idlib en Aleppo. Volgens Syrische activisten waren het de hevigste bombardementen sinds de opstandelingen vorige week terreinwinst boekten in de regio. Rebellen namen 10 oktober de stad Maaret al-Numan in de provincie Idlib in. Het regime van de Syrische president Bashar Assad zet steeds vaker gevechtsvliegtuigen in tegen de rebellen, die grote delen van het noorden van het land hebben ingenomen.

Volgens Rami Abdul-Rahman van het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten werden in Maaret al-Numan in een uur tijd twaalf luchtaanvallen uitgevoerd. In de noordelijke stad Aleppo, waar het leger en rebellen al wekenlang strijd leveren, werd ook dinsdag weer gevochten.

Abdul-Rahman zei dat er minstens negentig doden waren gevallen. Hij zei dat het zo kort na de aanvallen lastig is om precies vast te stellen 'wat een stad of dorp heeft getroffen'. De Lokale Coördinatiecomités, een andere activistengroep, noemde een aantal van 96 doden.

Volgens Syrische activisten zijn sinds het begin van de opstand, vorig jaar maart, meer dan 33 duizend mensen om het leven gekomen.