IMF pleit voor hogere inflatie in Nederland

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) wil dat de inflatie in Nederland en Duitsland stijgt naar drie tot vier procent. Dat zou goed zijn voor de economie van de eurozone, schrijft het IMF in zijn dinsdag gepubliceerd World Economic Outlook. Een stijging van de inflatie moet worden bereikt door de loonmatiging los te laten.

De hoge inflatie in Nederland en Duitsland moet dienen ter compensatie van prijsstijgingen tussen de nul en één procent in de perifere eurolanden Griekenland, Ierland, Italië, Portugal en Spanje. Op die manier zou de inflatie van de hele eurozone op het door de Europese Centrale Bank (ECB) gewenste niveau van twee procent blijven. Ook wordt dan meteen het verschil in concurrentiekracht tussen het noordelijke en zuidelijke deel van de eurozone aangepakt.

De ECB verwacht dat de gemiddelde inflatie in de eurozone bij het huidige economische beleid begin volgend jaar daalt tot onder de twee procent. Volgens het IMF zouden Nederland, waar de inflatie nu 2,3 procent bedraagt, en Duitsland vanwege 'hun sterke arbeidsmarkt' een hogere inflatie aan moeten kunnen.

Een hogere inflatie is bovendien goed voor de groei van de binnenlandse consumptie. Die blijft de laatste jaren met name in Nederland ver achter bij het Europese gemiddelde.

Of die hogere inflatie er ook echt gaat komen, is de vraag. Met name voor Duitse beleidsmakers is een inflatie van rond de twee procent heilig. Bovendien voelt Duitsland er steeds minder voor steeds maar weer te moeten opdraaien voor het oplossen van de problemen van andere eurolanden.

Het IMF probeert de zuidelijke eurolanden in het beleidsstuk nog een tweede reddingsboei toe te werpen. Het fonds, dat deel uitmaakt van de trojka die de bezuinigingsmaatregelen van de schuldenlanden beoordeelt, pleit ervoor op korte termijn soepel om te gaan met de Europese begrotingseisen. Volgens het IMF is het vooral belangrijk dat het structurele tekort wordt teruggedrongen.