Stoelendans in Brits kabinet

De Britse premier David Cameron heeft zijn kabinet herschikt. De wisselingen binnen het kabinet, die volgen op onder meer het afluisterschandaal binnen de Britse pers, geven aan hoe het beleid van de regering de komende tijd mogelijk verandert.

Minister van cultuur Jeremy Hunt, die de afgelopen tijd onder druk kwam te staan vanwege zijn nauwe banden met James Murdoch, de zoon van mediamagnaat Rupert Murdoch, wordt minister van volksgezondheid. Maria Miller, die zich voorheen binnen de regering bezig hield met uitkeringen, is gepromoveerd en neemt Hunts oude baan over.

Minister van transport Justine Greening, een fel tegenstander van uitbreiding van luchthaven Heathrow, gaat het ministerie van ontwikkelingssamenwerking leiden. Door haar vertrek op het ministerie van transport zal de regering wellicht de bouw van een derde baan op Heathrow goedkeuren.

Oudgediende Ken Clarke, die in 1972 voor het eerst in dienst trad bij de overheid, vertrekt als minister van justitie. Hij wordt vervangen door Chris Grayling, die zich waarschijnlijk harder zal opstellen op het gebied van gevangenisstraffen en inmenging in Britse binnenlandse aangelegenheden door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Minister van financiën George Osborne, die door de bezuinigingen van de afgelopen jaren niet bepaald geliefd is onder de bevolking, blijft aan. Osborne is een trouw bondgenoot van Cameron. Met zijn aanblijven geeft Cameron een signaal af dat het bezuinigingsbeleid van de afgelopen jaren waarschijnlijk niet zal worden versoepeld. Onder meer het Internationaal Monetair Fonds heeft er bij de Britten op aangedrongen minder streng te bezuinigen.