Palestijnse economie kan nog niet op eigen benen

De recente groei van de Palestijnse economie is niet duurzaam, omdat die zwaar leunt op buitenlandse hulp. Dat stelt de Wereldbank in een rapport dat woensdag is verschenen.

Donorlanden hebben de Palestijnse economie de afgelopen twintig jaar overeind gehouden door er miljarden euro's in te pompen. Als gevolg van die hulp groeide de economie tussen 2007 en 2011 met 7,7 procent.

Het waren echter vooral overheidsdiensten, vastgoed en andere niet-commerciële sectoren die groeiden. De nijverheid en landbouw verging het juist slecht. Alleen als de Palestijnse Autoriteit de handel aanmoedigt, een bruisende private sector schept en streeft naar economische integratie is duurzame groei mogelijk, waarschuwt de Wereldbank.

Maar de grootste rem op de Palestijnse economie zijn nog steeds de strenge veiligheidsmaatregelen die Israël de Palestijnen oplegt. Die schrikken volgens de Wereldbank investeerders af.

De Palestijnse Autoriteit bouwt met succes aan een toekomstige Palestijnse staat, maar 'de economie is nog niet sterk genoeg om die staat te dragen', schrijft Wereldbank-rapporteur John Nasir. Het IMF kwam vorig jaar nog tot de slotsom dat de Palestijnse financiële instellingen klaar zijn voor de onafhankelijkheid. Israël stelde eerder dit jaar dat de Palestijnse economie een eigen staat nog niet kan torsen.