Kernramp Japan geweten aan verstrengeling

De kernramp vorig jaar in Japan was te voorzien en had vermeden kunnen worden. Al te innige relaties tussen de overheid, toezichthouders en de elektriciteitsbedrijven maakten echter dat er niet daadkrachtig werd opgetreden. Dat zegt een Japanse parlementaire commissie die het ongeluk in de kerncentrale van Fukushima Dai-ichi en de reactie daarop heeft onderzocht.

Door een tsunami na een aardbeving raakte de kerncentrale overspoeld, waardoor de koeling uitviel en de kernen van drie reactoren smolten. De nucleaire crisis was de ergste sinds die van 1986 in Tsjernobyl.

De onderzoekscommissie noemt de ramp in Fukushima 'door mensen gemaakt'. De reactie op het ongeluk 'pleegde verraad aan het recht van de natie om veilig te zijn voor nucleaire ongelukken' en kwam voort uit verstrengelingen tussen de overheid, toezichthouders en het elektriciteitsbedrijf TEPCO, waardoor men slecht voorbereid was en er te weinig voorzorgsmaatregelen waren getroffen.

Het rapport is de weerslag van een onderzoek waarin 1167 mensen werden gehoord. Leden van de commissie inspecteerden Fukushima Dai-ichi, alsook de minder gehavende centrale van Dai-ni en twee andere centrales in nabijgelegen prefecturen.

In het rapport maant de commissie het parlement om een nieuwe toezichthouder nauwlettend in het oog te houden en toe te zien op hervormingen in het systeem van crisisbeheersing. De overheid moet duidelijkheid verschaffen over haar banden met elektriciteitsbedrijven, een systeem voor kruiselings toezicht opzetten en zorgen dat wetten aangaande kernenergie 'voldoen aan mondiale standaarden voor veiligheid, gezondheid en welzijn'.


Kernramp Japan geweten aan verstrengeling (Foto: Novum)