Regionaal verbod op landbouwgif bepleit

Het slootwater in het westen van Nederland is zo vervuild dat daar een verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen nodig is. Een alternatief is boeren verplichten verder van de slootkant te spuiten, zeggen onderzoekers van de Universiteit Leiden in Trouw. Zij publiceren maandag een overzicht van de waterkwaliteit in Nederland.

Tot nu toe is bij het inschatten van de waterkwaliteit vooral gewerkt met voorspellingen en rekenmodellen. De onderzoekers van Leiden zijn uitgegaan van harde meetgegevens van onder meer waterschappen en ontdekten dat de kwaliteit in grote delen van Nederland 'helemaal niet tegenvalt'.

In de regio's Delfland, Rijnland en Bommelerwaard is het echter slecht gesteld. Bij tien procent van de metingen werd de Europese norm overschreden.

De bloemen- en bollenteelt is daar sterk vertegenwoordigd en in die sector worden veel chemicaliën gebruikt. Gemiddeld verspreiden boeren zeven kilo chemicaliën over een hectare, in de bloembollenteelt is dat 42 kilo en in de bloementeelt 32 kilo. Een deel van het gif komt uiteindelijk in de sloot terecht.

Tot 2001 is de waterkwaliteit in sloten en vaarten nog flink vooruit gegaan. Dat zou komen doordat boeren was opgelegd bij het bespuiten van bepaalde gewassen minstens anderhalve meter van de waterkant te blijven. Hierdoor werd het water gemiddeld zeventig procent schoner. De laatste tien jaar is de waterkwaliteit echter niet verbeterd.

Daarom willen de onderzoekers dat er geen gewassen meer worden verbouwd binnen anderhalve meter van de waterkant. Dan wordt bij geen enkel gewas nog in de buurt van de sloot gespoten. Ook kunnen boeren dan subsidies krijgen voor de zogenoemde natuurstroken langs de sloten.

Verder zouden spuitkoppen die het verwaaien van gif met negentig procent tegengaan moeten worden verplicht. Nu geldt volgens de onderzoekers alleen nog een slecht nageleefde plicht voor spuitkoppen die de verwaaiing met vijftig procent tegengaan.

Ze waarschuwen verder dat het gebruik van gif in de land- en tuinbouw toeneemt, terwijl de regering er juist minder afhankelijk van wil worden. De toename zou komen door een steeds intensievere teelt en mogelijk ook doordat het steeds warmer wordt. Daardoor ontstaan sneller schimmels die dan met chemicaliën moeten worden bestreden.