Spies noemt overeenkomst Vestia noodzakelijk

Minister van Binnenlandse Zaken Liesbeth Spies (CDA) beoordeelt de overeenkomst van woningcorporatie Vestia met elf banken voor de afwikkeling van derivatencontracten als een noodzakelijke stap. Een faillissement is zo namelijk voorkomen. Dat schrijft de minister dinsdag in een brief aan het parlement.

Eerder dinsdag meldde Vestia dat het met elf betrokken banken overeenstemming had bereikt over de afkoop van de derivatenportefeuille die de woningcorporatie tot de rand van de afgrond heeft gebracht. Vestia betaalt hiervoor 1,3 miljard euro. De andere woningcorporaties draaien op voor de resterende zevenhonderd miljoen euro.

Spies, die verantwoordelijk is voor volkshuisvesting, stipt wel aan dat deze grote kostenpost met zich meebrengt dat Vestia de komende jaren nauwelijks kan investeren, en waarschijnlijk de huren extra gaat verhogen. Daar staat tegenover dat het risico op een faillissement van Vestia is afgewend. In dat geval hadden alle woningen van Vestia verkocht moeten worden.

Volgens Spies had een faillissement uiteindelijk waarschijnlijk veel meer gekost dan twee miljard euro. "Bovendien bestaat het risico dat een faillissement van Vestia door de financiële sector beschouwd wordt als afbreuk van de zekerheid die het stelsel biedt", waarschuwt Spies. "Dat zou kunnen leiden tot hogere financieringslasten voor corporaties."