Vijf jaar cel voor poging tot doodslag op peuter

De man die vorig jaar juli in Bolsward het 3-jarige zoontje van zijn vriendin zodanig mishandelde dat het jongetje blijvend letsel opliep, moet vijf jaar de cel in. De rechtbank in Leeuwarden verklaarde hem dinsdag schuldig aan een poging tot doodslag.

De rechtbank oordeelde dat de eis van het Openbaar Ministerie geen recht deed aan de ernst van de zaak. Het OM eiste twee weken geleden een gevangenisstraf van drie jaar, eveneens voor poging tot doodslag.

De rechtbank ging, in tegenstelling tot het OM, niet mee in de lezing van de verdachte, een 23-jarige inwoner van Den Haag. De man kwam pas op de zitting met het verhaal dat het slachtoffer uit zijn hand was geglipt toen hij de jongen op 12 juli aan zijn bovenarm uit het ouderlijke bed had getrokken.

De peuter zou daarop hard met zijn hoofd tegen de muur zijn gebotst en op de grond zijn gevallen. De moeder van het kind was op dat moment niet thuis. Het jongetje verloor het bewustzijn. De verdachte zou vervolgens van alles geprobeerd hebben om het kind weer bij zijn positieven te krijgen.

Hij zou het jongetje bij wijze van pijnprikkel zelfs in de wang hebben gebeten. Tijdens de politieverhoren had de Hagenaar zich grotendeels in stilzwijgen gehuld. Dat de man tien maanden lang niets heeft gezegd, maakt zijn verklaring in de ogen van de rechtbank 'ongeloofwaardig'.

Op basis van het bewijs betitelde de rechtbank het verhaal van de verdachte als 'leugenachtig'. Er werden bloedsporen in het bed aangetroffen die er volgens de moeder nog niet waren toen zij de woning verliet. Het letsel van het slachtoffer wees erop dat de verdachte 'fors uitwendig geweld' moet hebben toegepast.

Het jongetje heeft een maand in het ziekenhuis gelegen, waarna hij vier maanden in een verpleeghuis heeft doorgebracht. De eerste dagen na de mishandeling werd voor zijn leven gevreesd. Hij heeft er blijvend lichamelijk letsel en een ernstig trauma aan overgehouden.

Het kind is door Jeugdzorg Friesland uit huis geplaatst. De rechtbank bepaalde dat de verdachte vijftigduizend euro smartengeld moet betalen, plus 476 euro aan gemaakte kosten. De Hagenaar liep nog in een proeftijd. De daaraan gekoppelde voorwaardelijke celstraf van vier maanden moet hij ook uitzitten.