PVV: vrijlating doodrijder onacceptabel

De Partij voor de Vrijheid heeft minister Opstelten van Veiligheid en Justitie schriftelijke vragen gesteld over de vervroegde vrijlating van de man die cabaretière Floor van der Wal vorig jaar doodreed.

Kamerlid Lilian Helder wil van de minister weten of hij van mening is dat de door het OM opgelegde straf van twaalf maanden cel plus zes maanden voorwaardelijk in verhouding staat tot het gepleegde feit. Ze vraagt de bewindsman daarnaast of hij het met haar eens is dat het 'volstrekt idioot is dat de rechter bij het bepalen van de strafmaat rekening heeft gehouden met de (islamitische) schaamtecultuur van de dader.' Tevens wil ze van Opstelten weten waarom het OM niet in hoger beroep is gegaan, terwijl er een gevangenisstraf van vier jaar werd geëist.

In het in september uitgesproken vonnis verwierp de rechtbank de aanklacht van doodslag omdat opzet niet bewezen werd geacht. Bovendien kon niet worden vastgesteld dat de verdachte met zeer hoge snelheid het kruispunt bij het Mercatorplein te Amsterdam was opgereden. Het OM legde zich bij deze visie neer, en gaf daarbij aan dat een eventueel hoger beroep 'erg belastend' voor de familie zou zijn.

De PVV wil ook opheldering van minster Opstelten over het feit dat datzelfde OM de veroordeelde Mohamed S. nu zes weken eerder vrijlaat in het kader van een reïntegratieproject. "De omgekeerde wereld en volstrekt onacceptabel", aldus Helder. De familie van Van der Wal is woedend over de vrijlating van S.