'Vijf conclusies rond nationaal spoorwegdrama'

De Maatschappij Voor Beter Openbaar Vervoer is bepaald niet blij met de gang van zaken bij de NS naar aanleiding van het winterweer. "In tegenstelling tot de door de NS uitgevente verwachting dat het treinverkeer vandaag zo’n beetje volgens plan zou verlopen, was de treindienst reeds rond het middaguur als een kaartenhuis in elkaar gezakt." aldus een woordvoerder van Voor beter OV.

"Ook de tweede winterdag van dit seizoen maakt de spoorsector de redelijkerwijze aan haar te stellen verwachtingen niet waar." Dat leidt voor wat betreft de Maatschappij Voor Beter OV tot een vijftal conclusies. 

1. Gezien het feit dat er erg strenge vorst was aangekondigd, had vandaag de nooddienstregeling ingesteld moeten zijn. Immers, bij lichte tot matige sneeuwval doet men dat wel, en als er echt aanleiding toe is doet men dat niet! Dat valt aan de reiziger niet uit te leggen.

2. Reeds gisteren in de loop van de middag had er een negatief reisadvies moeten worden uitgevaardigd. Ja, de reizigers zijn gisteravond uiteindelijk op hun bestemmingsstation aangekomen, maar veelal pas na uren te hebben moeten doorbrengen op stations zonder fatsoenlijke wachtgelegenheid in de barre koude. Dat mag zo ongeveer mishandeling worden genoemd.

3. Gezien het getoonde onvermogen van de spoorsector (en het uitblijven van negatief reisadvies, zodat reizigers ook geen alternatief zijn gaan regelen) dient de NS tot ruimhartige vergoeding van de gevolgschade over te gaan, zoals vooruitbetaalde concert- en theaterkaartjes, vakantiehuisjes en dat soort dingen. Want hier is geen sprake van vertragingsschade (waarop het beruchte artikel 8:108BW, dat reizigers schadevergoeding na vertragingsschade ontzegt,  van toepassing is) maar van schade die voortvloeit uit het op incompetente wijze runnen van de spoorsector. Incompetentie is wat anders dan vertraging. Ook met name het feit dat ns.nl aankondigde dat je gewoon kon reizen, sterkt Voor Beter OV in deze opvatting.

4. De geloofwaardigheid, en daarmee de positie van de verantwoordelijken (Bert Meerstadt, Ingrid Thijssen, Marion Gout en Melanie Schultz) is zeer ernstig onder druk komen te staan. De eerste twee zouden mede na de uitspraken van Bert Meerstadt vorig jaar in de winterhoorzitting in de Tweede Kamer (“Dit mag reizigers nooit meer worden aangedaan”) direct moeten vertrekken, de laatste twee zouden een formele laatste waarschuwing (Gout van Schultz, Schultz van de Kamer) moeten krijgen. De opvolgers van Meerstadt en Thijssen zouden als expliciete opdracht moeten krijgen, dat ook in de echelons onder hen schoon schip wordt gemaakt.

5. Het Ministerie van IenM moet serieus aan de slag om de nieuwe spoorconcessies (voor de toegang tot het Hoofdrailnet, de toegang tot de HSL en het beheer van deze spoorwegnetten) fors aan te scherpen en niet met NS te onderhandelen, maar te gaan voor Right of First Refusal, en bij het minste of geringste tegenstribbelen van NS overgaan tot verlenging van de huidige concessie met een jaar om een goede aanbestedingsprocedure te houden. Voor Beter OV acht de gebeurtenissen van gisteren en vandaag op het spoor niet alleen uiterst teleurstellend, maar ook volstrekt onaanvaardbaar.

Of deze vijf conclusies ook daadwerkelijk consequenties voor de betrokkenen zullen hebben zal de toekomst leren.