Libische milities blijven vechten

Rivaliserende Libische milities hebben zondag voor de vierde opeenvolgende dag gevochten aan de rand van de hoofdstad Tripoli. Het zijn de dodelijkste en langdurigste gevechten sinds de gevangenneming en dood van Moammar Gadhafi vorige maand.

Sinds eind vorige week kwamen bij de gevechten tussen de milities uit Zawiya en het nabijgelegen tribale gebied Warshefana al minstens dertien mensen om het leven en raakten meer dan honderd gewond. Interim-leider Mustafa Abdul-Jalil zei dat het conflict na overleg van de Nationale Overgangsraad met tribale leiders was bijgelegd, maar terwijl hij dit zei werd er nog steeds volop geschoten.

Warshefana ligt ongeveer dertig kilometer ten westen van Tripoli, de kuststad Zawiya nog vijftien kilometer verderop. De precieze aanleiding voor de gevechten is onduidelijk, maar boze tongen beweren dat sommige Warshefana banden hebben met het oude regime. Strijders uit Zawiya trokken vorige week Warshefana binnen en namen wapens in beslag; strijders van Warshefana wierpen daarop wegversperringen op en bestookten de voornaamste verkeersweg. Tientallen strijders uit Warshefana verzamelden zich zondagavond voor een 'mars op Zawiya'.

Abdul-Jalil zei dat de overgangsraad een commissie heeft gevormd die zich over de klachten en wensen van beide partijen zal buigen. Hij zei dat de gevechten waren uitgebroken door onverantwoordelijk gedrag van jongeren, maar gaf geen nadere toelichting.

Sinds de dood van Gadhafi zijn verschillende groepen met elkaar slaags geraakt. Abdul-Jalil en andere leden van de overgangsraad zeggen dat het niet mogelijk is de strijders snel te ontwapenen. De werkloosheid onder de mannen is hoog en eerst moeten alternatieven worden geboden, zoals werk, studie en training, aldus Abdul-Jalil.