Pensioenfondsen zakken door dekkingseisen

Nederlandse pensioenfondsen zijn in het derde kwartaal massaal door hun dekkingsvereisten gezakt, blijkt donderdag, waardoor korting op de pensioenaanspraken van miljoenen deelnemers dreigt.

Woensdag besloten toezichthouders coulant te zijn met verplichte premieverhogingen. Als de situatie echter in het vierde kwartaal niet omslaat, dreigen de pensioenrechten van miljoenen Nederlanders gekort te worden.

Donderdagmorgen maakte het grootste deel van de sector resultaten over het derde kwartaal bekend. De focus lag op de dekkingsgraad: de verhouding tussen bezittingen en verplichtingen van de fondsen.

Daaruit bleek dat er bijna geen fonds meer te vinden is dat nog voldoet aan de door toezichthouder De Nederlansche Bank (DNB) geëiste minimum dekkingsgraad van 105% of al ingediende plannen om hier weer bovenuit te komen.

Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP), met 2,8 miljoen deelnemers, had per eind september een dekkingsgraad van 90%, tegen 112% eind juni. Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW), met 2,4 miljoen deelnemers, kwam op 91% tegen 110% drie maanden eerder.

Andere fondsen ontkwamen niet aan de misere. Pensioenfonds van de Metalektro (PME), met 690.000 deelnemers, zag de dekkingsgraad zakken naar 86% van 98%.

Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT), met meer dan 1 miljoen werknemers, kwam op 84% van 89% een kwartaal eerder. De verhouding voor Pensioenfonds voor de Bouw, met ruim 815.000 deelnemers, daalde naar 96% van 111%.

Woensdag liet DNB in een brief aan de fondsen met een tekort weten dat ze volgend jaar niet automatisch de premies fors hoeven te verhogen. Voor fondsen die niet vorig jaar al gebruik maakten van een soortgelijke uitzonderingsregeling, schort de toezichthouder de eis op dat premieverhoging moet worden gebruikt om de buffers te herstellen.

De fondsen die donderdag rapporteerden lieten er echter geen twijfel over bestaan dat er iets te gebeuren staat als de situatie niet snel verbetert. Ook al wordt afgezien van premieverhoging, de dreiging met korting op de pensioenrechten blijft.

Joop van Lunteren, waarnemend voorzitter van het ABP tot oud-DNB-directeur Henk Brouwer volgend jaar aantreedt, laat er in zijn toelichting geen twijfel over bestaan. De stand eind december is beslissend. "Een eventuele korting moet dan... uiterlijk na 15 maanden, dus op 1 april 2013, worden doorgevoerd."

Net als 's lands grootste pensioenfonds ABP, zegt nummer twee PFZW dat met de huidige vooruitzichten verhoging van pensioenen, bijvoorbeeld ter compensatie van inflatie, vrijwel uitgesloten is. "En als de situatie voor het eind van het jaar niet sterk verbetert, kan dat in het uiterste geval een verlaging van de lopende en opgebouwde pensioenen betekenen", aldus PFZW-directeur Peter Borgdorff.

ABPs andere plaatsvervangend voorzitter, Xander den Uyl, doet in zijn toelichting "een beroep op de politiek om nog eens goed te kijken naar de systematiek die maakt dat wij zo afhankelijk zijn van de dagkoersen van de rente".

De rekenrente, die wordt gebruikt om de waarde van de verplichtingen te berekenen, daalde in het afgelopen kwartaal tot 2,72% eind september, van 3,80% eind juni. De waardering van ABP's verplichtingen steeg hierdoor met EUR43 miljard tot EUR260 miljard. PFZW spreekt over een impact op de dekkingsgraad van 20 pocentpunten door de lage rente.

PFZW wist deze impact 1 procentpunt te beperken door inzet van rentederivaten. Ook had dit fonds nog een klein positief rendement op de beleggingen. ABP verloor echter ook aan de beleggingenkant, in drie maanden 7 miljard euro, wat de bezittingen op 231 miljard euro bracht.

Onder voorstellen voor een pensioenakkoord met sociale partners en de politiek, zouden pensioenfondsen meer ruimte kunnen krijgen om aannames te maken die de buffers er beter uit laten zien. "Maar het pensioenakkoord is er nog niet", voegt een woordvoerder van het ABP toe.