'Pastoor vermoordde 11-jarige Marietje'

De 11-jarige Marietje Kessels is in 1900 verkracht en omgebracht door pastoor George van Zinnicq Bergmann van de Heilig Hartkerk van de Noordhoek in Tilburg. De zaak is door het Vaticaan in de doofpot gestopt. Dat heeft haar nicht Godelieve Kessels gezegd tegen de NOS.

Marietje Kessels, dochter van de eigenaar van een muziekinstrumentenfabriek, verdween in augustus 1900. Zij zou een brief posten, maar die kwam nooit aan. Ook zou zij een afspraak afzeggen met haar pianoleraar, maar die zou ze niet hebben bezocht. Twee dagen na haar verdwijning werd het naakte lichaam van Marietje gevonden in de kerk. Op het stoffelijk overschot waren sporen van verkrachting te zien.

De pastoor was een van de verdachten, maar tegen hem werd geen onderzoek ingesteld. Volgens Kessels, die het verhaal hoorde van haar vader, moest de zaak van het Vaticaan in de doofpot. Twee afgezanten uit Rome zouden op bezoek zijn gekomen bij de opa en oma van Kessels. "Die kwamen vragen de zaak in de doofpot te stoppen, met dreigementen erbij."

Vanaf dat moment heeft het gezin niet meer met buitenstaanders over de zaak gepraat. "Toen wisten mijn opa en oma genoeg, wie de moordenaar was." De vader van Marietje zou bang zijn geweest dat zijn fabriek te weinig opdrachten zou krijgen. Hij wilde zijn werknemers het niet aandoen ze van hun inkomen te beroven, stelt Kessels. "Het was voor hun genoeg om te weten wie de moordenaar was."

Kessels, die een boek heeft geschreven over de zaak, wil zelf echter het liefste dat de kerk van Rome toegeeft wie de moordenaar was en dat de zaak door het Vaticaan onder de mat is geschoven. "Dat zou opa, oma en Marietje goed doen."