'NFI maakte honderden fouten bij DNA-onderzoek'

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft de afgelopen jaren honderden malen geblunderd bij DNA-onderzoek. De fouten zijn geregeld onherstelbaar, waardoor ook ernstige misdrijven onopgelost kunnen blijven. De Telegraaf meldt de janboel zaterdag op basis van interne foutenoverzichten van het NFI.

Tussen 1997 en 2010 registreerde het NFI zeventienhonderd kleine en grote fouten. Vorig jaar werden in 1,3 procent van de onderzoeken fouten gemaakt. Rechtspsycholoog Peter van Koppen noemt dat percentage in de krant 'schrikwekkend'.

Door de fouten kan het gebeuren dat een dader van wie het DNA-profiel bekend is niet wordt gematcht met DNA-materiaal dat bij een misdrijf hoort. Omgekeerd kan iemands DNA aan een misdrijf worden gekoppeld, terwijl die persoon aantoonbaar onschuldig is.

Bijna vierhonderd keer raakte DNA-materiaal de afgelopen veertien jaar besmet met ander DNA-materiaal. Het DNA-profiel van een moordenaar op een stoffelijk overschot van een slachtoffer kan vermengd raken met dat van een andere dader, een NFI-medewerker of een slachtoffer. Daardoor wordt het materiaal waardeloos.

Ook is niet duidelijk hoeveel fouten nooit zijn vastgesteld en hoeveel daders van misdrijven mogelijk vrijuit gingen door fouten die zijn gemaakt bij DNA-onderzoek. "Wat je niet weet, kun je niet weten. Bovendien is geen enkel proces foutloos", reageert het NFI in de krant.

De krant kreeg de 350 pagina's met foutenrapportages in handen op basis van een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur. Het NFI publiceerde aanvankelijk slechts zes pagina's. Via de rechter lukte het om de volledige rapporten in handen te krijgen.