Nederland krijgt terreurrecht

De ministers Donner van Justitie en Remkes van Binnenlandse Zaken hebben laten weten dat Justitie, politie en de AIVD vergaande bevoegdheden krijgen in de strijd tegen terreur. Zo mogen potentiële terroristen in een vroegtijdig stadium worden geobserveerd, opgespoord of hinderlijk gevolgd, zelfs wanneer er nog geen sprake is van strafbare feiten. Verder mag bij het vermoeden van een terroristische dreiging het preventief fouilleren worden uitgebreid en mag justitie verdachten van terroristische activiteiten langer in verzekerde bewaring stellen.

Opsporingsinstanties krijgen zodoende de mogelijkheid om lieden, waarvan gedacht wordt dat ze iets kwaads in de zin hebben, dusdanig hinderlijk te volgen dat de persoon feitelijk geen rol meer kan spelen in aan terrorisme gerelateerde zaken (dit wordt omschreven als 'verstoringsacties'). Ook de wettelijke mogelijkheden van telefoontaps, infiltratie en observatie worden uitgebreid. Verder hoeft het OM bij terrorismeverdenking ook niet binnen de gestelde termijn de stukken aan de advocaat van de verdachte te overhandigen.

De voorgestelde maatregelen leidt tot een toepassing van het strafrecht ''die eerder lijkt op een oorlogssituatie of een andere uitzonderingstoestand, dan in een normale situatie'', zo wordt gesteld in een ministeriële notitie over terrorismebestrijding.

De ministerraad is akkoord gegaan met de maatregelen. Remkes noemde gisteren in een toelichting de actuele dreiging van terroristische aanslagen in Nederland onverminderd groot.