Onderzoek naar 34 overleden jongens in kliniek

Het aantal sterfgevallen in de katholieke psychiatrische inrichting Sint Joseph in het Limburgse Heel lag in 1952, 1953 en 1954 aanzienlijk hoger dan normaal. In het internaat voor verstandelijk gehandicapten overleden in die drie jaar 34 jongens onder de 18 jaar.

Het Openbaar Ministerie in Roermond heeft vanwege de omvang en de impact van de kwestie een strafrechtelijk feitenonderzoek ingsteld, hoewel de zaken zijn verjaard.

De commissie-Deetman ontdekte het hoge sterftecijfer tijdens archiefonderzoek. De commissie onderzoekt onder meer archieven van bisdommen, ordes en congregaties om feiten te verzamelen over seksueel misbruik in katholieke instellingen.

De achtergrond van de sterfgevallen is vooralsnog onduidelijk. Het Bisdom in Roermond zegt in een reactie toe te juichen dat de commissie-Deetman zaken meldt bij het Openbaar Ministerie. Het bisdom wil verder niets kwijt.

Uit de archiefstukken blijkt dat eind jaren vijftig al vraagtekens zijn gezet bij het hoge aantal sterfgevallen in de jaren 1952, 1953 en 1954. Het onderzoek heeft zich tot nu toe vooral gericht op het achterhalen van de nabestaanden. In het vervolg van het onderzoek worden betrokkenen gehoord. In een later stadium wordt besloten of een breder onderzoek nodig is.

De instelling Sint Joseph is in 1969 opgegaan in de gehandicapteninstelling Daelzicht, dat de archieven voor het OM heeft opengesteld. Het onderzoek richt zich alleen op Sint Joseph, en niet op Daelzicht.

De commissie-Deetman heeft de informatie eind mei aan het OM overgedragen en doet geen verdere mededelingen tot het onderzoek klaar is. Het eindrapport is naar verwachting eind dit jaar afgerond. Nog daarvoor brengt de commissie-Deetman haar bevindingen naar buiten over de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel misbruik in de katholieke kerk.