Wilders beschuldigt tegenstanders van demoniseren

Linkse politici als PvdA-leider Job Cohen 'demoniseren' PVV-leider Geert Wilders. Sinds de aanslagen van de Noor Anders Behring Breivik, waarbij 77 doden vielen, wordt een 'hetze' tegen hem gevoerd, stelt hij maandag in De Telegraaf.

"Als een moslim een terreurdaad pleegt dan ligt het volgens links niet aan de islam, als een gestoorde gek een aanslag in Noorwegen pleegt dan krijgt de PVV het ineens voor haar kiezen", stelt hij. Links grijpt de aanslagen volgens hem aan om met de PVV af te rekenen en zou er met een 'bijna ziekelijke gretigheid' flink op los demoniseren.

Niet alleen links wordt beschuldigd van meten met twee maten. Vorige week wees een redacteur van NRC Handelsblad er in een opiniestuk nog op dat Wilders D66-leider Alexander Pechtold er in 2009 van beschuldigde een 'politieke handlanger' te zijn van Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh. In 2007 beschuldigde hij Doekle Terpstra van demoniseren. Wilders zei toen dat het 'mede op zijn conto' te schrijven zou zijn als hem wat overkwam.

Wilders heeft al afstand genomen van de daden van Breivik. Hij zegt niet van plan te zijn zich verder te verantwoorden voor 'links'. "Ze kunnen de boom in, allemaal." Hij is ook niet van plan zijn toon te matigen. Zo herhaalt hij dat er teveel 'massa-immigratie' is en teveel 'haatpaleizen', doelend op moskeeën.

Niet zijn woorden, maar het zwijgen van PvdA-leider Job Cohen 'en de rest van links Nederland' over de gevaren van de islam heeft volgens hem negatieve invloed. Er zou sprake zijn van een 'vals politiek spelletje van links en andere verwarde geesten die politieke munt proberen te slaan uit de vreselijke massamoord in Noorwegen'. "Hoe diep kun je zakken?"